Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- wilde:
- willen:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor wilde:
- sauvages
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wilde (Nederlands) in het Frans
wilde:
Vertaal Matrix voor wilde:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sauvage | wilde | boer; bruut; onbeschofte man; wreedaard |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sauvage | agressief; gewelddadig; kokend; ongetemd; ruig; ruige; ruw; wild; woest; ziedend |
wilde vorm van willen:
-
willen (wensen)
vouloir; désirer; aimer-
vouloir werkwoord (veux, veut, voulons, voulez, veulent, voulais, voulait, voulions, vouliez, voulaient, voulus, voulut, voulûmes, voulûtes, voulurent, voudrai, voudras, voudra, voudrons, voudrez, voudront)
-
désirer werkwoord (désire, désires, désirons, désirez, désirent, désirais, désirait, désirions, désiriez, désiraient, désirai, désiras, désira, désirâmes, désirâtes, désirèrent, désirerai, désireras, désirera, désirerons, désirerez, désireront)
-
aimer werkwoord (aime, aimes, aimons, aimez, aiment, aimais, aimait, aimions, aimiez, aimaient, aimai, aimas, aima, aimâmes, aimâtes, aimèrent, aimerai, aimeras, aimera, aimerons, aimerez, aimeront)
-
-
willen (moeten; believen)
devoir; falloir; être obligé de; être dans l'obligation de-
devoir werkwoord (dois, doit, devons, devez, doivent, devais, devait, devions, deviez, devaient, dus, dut, dûmes, dûtes, durent, devrai, devras, devra, devrons, devrez, devront)
-
falloir werkwoord
-
être obligé de werkwoord
-
être dans l'obligation de werkwoord
-
Conjugations for willen:
o.t.t.
- wil
- wilt
- wil/wilt
- willen
- willen
- willen
o.v.t.
- wilde
- wilde
- wilde
- wilden
- wilden
- wilden
v.t.t.
- heb gewild
- hebt gewild
- heeft gewild
- hebben gewild
- hebben gewild
- hebben gewild
v.v.t.
- had gewild
- had gewild
- had gewild
- hadden gewild
- hadden gewild
- hadden gewild
o.t.t.t.
- zal willen
- zult willen
- zal willen
- zullen willen
- zullen willen
- zullen willen
o.v.t.t.
- zou willen
- zou willen
- zou willen
- zouden willen
- zouden willen
- zouden willen
diversen
- wil!
- wilt!
- gewild
- willend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor willen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
devoir | ingewikkeldheid; moeilijkheid; moeten; plicht; probleem; schrijfwerk; verhandeling; werkstuk | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aimer | wensen; willen | beminnen; houden van; lekker vinden; liefhebben; lusten; minnen |
devoir | believen; moeten; willen | dienen; moeten; schuldig zijn; verplicht zijn |
désirer | wensen; willen | begeren; een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar; hopen; op hopen zetten; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen |
falloir | believen; moeten; willen | dienen; moeten; verplicht zijn |
vouloir | wensen; willen | |
être dans l'obligation de | believen; moeten; willen | dienen; moeten; verplicht zijn |
être obligé de | believen; moeten; willen | dienen; moeten; verplicht zijn |