Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wijsheid (Nederlands) in het Frans

wijsheid:

wijsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de wijsheid
    la sagesse; la raison; la sagesse d'esprit

Vertaal Matrix voor wijsheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raison wijsheid aanleiding; billijkheid; brein; denkvermogen; directe oorzaak; geest; geestvermogen; geestverschijning; gelijk; gemoedstoestand; hersens; intellect; oorzaak; rede; redelijkheid; reden; schappelijkheid; schim; spook; spookverschijning; stemming; vernuft; verschijning; verstand; verstandelijk vermogen
sagesse wijsheid braafheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid
sagesse d'esprit wijsheid

Verwante woorden van "wijsheid":


Wiktionary: wijsheid

wijsheid
noun
  1. de mate waarin men wijs is
wijsheid
Cross Translation:
FromToVia
wijsheid sagesse wisdom — element of personal character
wijsheid sagesse wisdom — piece of wise advice
wijsheid sagesse wisdom — discretionary use of knowledge for the greatest good
wijsheid sagesse wisdom — ability to apply relevant knowledge in an insightful way
wijsheid sagesse wisdom — ability to make a decision based on the combination of knowledge, experience, and intuitive understanding
wijsheid sagesse wisdom — ability to know and apply spiritual truths

wijsheid vorm van wijs:

wijs bijvoeglijk naamwoord

  1. wijs (gestudeerd; erudiet; ontwikkeld; )
    sage; érudit; savant; très savant; qui a beaucoup lu; cultivé; instruit; lettré; qui a fait des études supérieures
  2. wijs (verstandig; wijselijk; bedachtzaam; )
    raisonnable; intelligent; sage; raisonnablement; malin; sensé; intelligemment; sagement; sensément
  3. wijs (geleerd; intelligent; slim)
    érudit; savant; cultivé
  4. wijs (te gek; fantastisch; gaaf; )
    fantastique; fabuleux; génial; astucieux; lunatique; dément; délirant; fou; sensé; habile; de génie; malin; d'une manière sensée; d'une façon géniale

wijs [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wijs (methode; manier; handelwijze; )
    la manière; la façon; la méthode; la procédure; le procédé; la ligne de conduite; le genre
  2. de wijs (deun)
    l'air; la mélodie
    • air [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mélodie [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de wijs (melodie)
    la mélodie; la chanson; l'air; le chant; la ballade
    • mélodie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chanson [la ~] zelfstandig naamwoord
    • air [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chant [le ~] zelfstandig naamwoord
    • ballade [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wijs:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
air deun; melodie; wijs aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; deuntje; exterieur; gedaante; gelaat; manier van kijken; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wijsje
ballade melodie; wijs ballade; gezang; lied; liedje; snoepreisje
chanson melodie; wijs gezang; lied; liedje
chant melodie; wijs gezang; lied; liedje; zang
dément dolleman; geesteszieke; gek; gestoorde; krankzinnige; mafketel; waanzinnige
façon handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze conditie; gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; modus; optreden; vorm
fou achterlijke; dolleman; dommerik; dwaas; geesteszieke; gek; gek iemand; geschifte; gestoorde; hansworst; hofnar; idioot; imbeciel; krankzinnige; kwast; kwibus; mafketel; nar; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel; waanzinnige; zot; zwakzinnige
genre handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aard; genre; klasse; onderverdeling; ras; slag; soort; type
lettré geletterde
ligne de conduite handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze gedragslijn
malin bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; kei; listigheid; slimme vos; slimmerd; sluwheid; snoodheid
manière handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze conditie; gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden; vorm
mélodie deun; melodie; wijs deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje; zangerigheid
méthode handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze
procédure handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze procedure; procesvoering
procédé handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze
sage denker; filosoof; wijsgeer
savant academicus; geleerde; hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor; wetenschapper; wijze
érudit hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
fantastique fantastisch; super; supergaaf
génial fantastisch; super; supergaaf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
astucieux fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; gehaaid; geniaal; geslepen; gevat; gewiekst; goochem; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; leep; met een fluwelen tong; met een gladde tong; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; sluw; snedig; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; vindingrijk; welsprekend
cultivé belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gemanierd; netjes; ontgonnen; ontwikkeld; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed
d'une façon géniale fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs briljant; briljante; fenomenaal; geniaal; lumineus; vernuftig
d'une manière sensée fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs degelijk; diepgaand; diepgravend; grondig; helemaal; niet oppervlakkig; totaal; volkomen
de génie fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs briljant; fenomenaal; geniaal; lumineus; vernuftig
délirant fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs achterlijk; dwaas; eigenaardig; enorm; geestesziek; gek; geschift; gestoord; getikt; gigantisch; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; typisch; vreemd; waanzinnig; zot
dément fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs achterlijk; doldwaas; enorm; gek; geschift; gestoord; getikt; gigantisch; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; stupide; zot; zwakzinnig
fabuleux fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; denkbeeldig; enorm; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; illusoir; imaginair; legendarisch; luisterrijk; magnifiek; prachtig; puik; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
fantastique fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; denkbeeldig; enorm; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; illusoir; imaginair; luisterrijk; magnifiek; prachtig; puik; schitterend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
fou fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs achterlijk; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; doldwaas; dwaas; eigenaardig; enorm; excentriek; geestelijk gestoord; geestesziek; geflipt; gek; geschift; gestoord; getikt; gigantisch; hoorndol; idioot; idioterig; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; mesjokke; niet goed snik; onbezonnen; ongewoon; onwijs; stupide; typisch; verlekkerd; vreemd; waanzinnig; zonderling; zot
génial fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs briljant; fenomenaal; geniaal; geweldig; lumineus; vernuftig
habile fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs adrem; bedreven; behendig; bekwaam; bijdehand; briljant; capabel; clever; competent; ervaren; fysiek in staat; geoefend; geschikt; gevat; handig; in staat; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; rap; schrander; slim; snedig; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug
instruit belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed
intelligemment bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig adrem; bijdehand; gevat; gis; intelligent; pienter; raak; schrander; slim; snedig
intelligent bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; competent; deskundig; gevat; gis; goochem; intelligent; kien; oordeelkundig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spitsvondig; ter zake kundig; uitgekiend; uitgeslapen; vakbekwaam; vakkundig
lettré belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
lunatique fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs enorm; geestesziek; gek; gigantisch; krankzinnig; lijdend aan maanziekte; maanziek; waanzinnig
malin bedachtzaam; correct; doordacht; fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; nadenkend; pienter; raadzaam; reuze; te gek; verstandig; waanzinnig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig achterbaks; adrem; arglistig; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; kwaadaardig; leep; link; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig
qui a beaucoup lu belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
qui a fait des études supérieures belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld akademisch
raisonnable bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aannemelijk; behoorlijke; betaalbaar; billijk; degelijk; diep; diepzinnig; gefundeerd; gegrond; gewettigd; logisch; op goede gronden steunend; rationeel; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; redelijke; solide; steekhoudend; tamelijke; verstandelijk; wetmatig; wettig
raisonnablement bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aannemelijk; billijk; degelijk; diep; diepzinnig; gefundeerd; gegrond; gewettigd; logisch; op goede gronden steunend; rationeel; rechtmatig; rechtvaardig; redelijk; solide; steekhoudend; verstandelijk; wetmatig; wettig
sage bedachtzaam; belezen; correct; doordacht; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; nadenkend; ontwikkeld; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zeer geleerd; zeer ontwikkeld; zinnig braaf; braafjes; deugdzaam; eerlijk; fideel; lief; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig; voorbeeldig; zoet
sagement bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet
savant belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld intelligent; knap
sensé bedachtzaam; correct; doordacht; fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; nadenkend; pienter; raadzaam; reuze; te gek; verstandig; waanzinnig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig zinrijk; zinvol
sensément bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
très savant belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
érudit belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Verwante woorden van "wijs":


Antoniemen van "wijs":


Verwante definities voor "wijs":

  1. bepaalde vorm van het werkwoord1
    • 'stop' is gebiedende wijs1
  2. melodie, liedje1
    • hij fluit een vrolijk wijsje1
  3. verstandig, wie veel weet1
    • mijn oma is een wijze vrouw1

Wiktionary: wijs

wijs
adjective
  1. van groot inzicht getuigend
wijs
noun
  1. (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier.
adjective
  1. Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.
  2. Qui est prudent, circonspect, judicieux; qui a un sentiment juste des choses. (Sens général).
  3. Qui a du bon sens, qui a de la raison, du jugement.

Cross Translation:
FromToVia
wijs mode mood — in grammar
wijs sage sage — wise
wijs sage wise — showing good judgement
wijs sage weise — reich an Wissen und Lebenserfahrung