Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. wendbaarheid:
  2. wendbaar:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wendbaarheid (Nederlands) in het Frans

wendbaarheid:

wendbaarheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de wendbaarheid
    la maniabilité; le manoeuvrabilité

Vertaal Matrix voor wendbaarheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maniabilité wendbaarheid bedieningsgemak; gebruikersvriendelijkheid; handelbaarheid; hanteerbaarheid
manoeuvrabilité wendbaarheid handelbaarheid; hanteerbaarheid

Verwante woorden van "wendbaarheid":


Wiktionary: wendbaarheid


Cross Translation:
FromToVia
wendbaarheid agilité agility — quality of being agile

wendbaar:

wendbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. wendbaar
    maniable; qui tourne facilement; souple; flexible

Vertaal Matrix voor wendbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flexible wendbaar buigbaar; buigzaam; elastisch; flexibel; gedwee; kneedbaar; lenig; meegaand; onderworpen; rekbaar; soepel; veerkrachtig; verend; volgzaam; vormbaar
maniable wendbaar bestuurbaar; buigbaar; buigzaam; eenvoudig te bedienen; flexibel; gedwee; gemakkelijk te hanteren; handelbaar; handzaam; hanteerbaar; kneedbaar; makkelijk in het gebruik; meegaand; onderworpen; soepel; tam; volgzaam; vormbaar
qui tourne facilement wendbaar
souple wendbaar buigbaar; buigzaam; flexibel; gedwee; gewillig; inschikkelijk; kneedbaar; lenig; meegaand; onderworpen; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; vormbaar; vouwbaar

Verwante woorden van "wendbaar":


Wiktionary: wendbaar

wendbaar
adjective
  1. Que l'on peut manœuvrer.

Cross Translation:
FromToVia
wendbaar preste; fulgurant; agile; leste nimble — quick and light in movement or action

Computer vertaling door derden: