Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal wellen

Vertaal wellen van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

wellen:
- sourdre; jaillir
wel:
- eh bien; or; mais si; si
- source; fontaine
Wiktionary:
- wellen → émaner
- wellen → braser, souder
- wel → certes, probablement, source, ha, oh, ah, si
- wel → fontaine, source
- wel → si

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wellen (Nederlands) in het Frans

wellen:

wellen werkwoord (wel, welt, welde, welden, geweld)

wellen (borrelen)
sourdre; jaillir
- sourdre werkwoord
- jaillir werkwoord (jaillis, jaillit, jaillissons, jaillissez, jaillissent, jaillissais, jaillissait, jaillissions, jaillissiez, jaillissaient, jaillîmes, jaillîtes, jaillirent, jaillirai, jailliras, jaillira, jaillirons, jaillirez, jailliront)

Conjugations for wellen:

o.t.t.

wel
welt
welt
wellen
wellen
wellen

o.v.t.

welde
welde
welde
welden
welden
welden

v.t.t.

ben geweld
bent geweld
is geweld
zijn geweld
zijn geweld
zijn geweld

v.v.t.

was geweld
was geweld
was geweld
waren geweld
waren geweld
waren geweld

o.t.t.t.

zal wellen
zult wellen
zal wellen
zullen wellen
zullen wellen
zullen wellen

o.v.t.t.

zou wellen
zou wellen
zou wellen
zouden wellen
zouden wellen
zouden wellen

diversen

wel!
welt!
geweld
wellend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wellen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jaillir		opwellen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
jaillir	borrelen; wellen	flitsen; in het hoofd opkomen; lichten; oplichten; opwellen; spatten; spetteren; vlammen; vlammen uitslaan
sourdre	borrelen; wellen

Verwante woorden van "wellen":

wel

Wiktionary: wellen

wellen

verb

Se dégager par particules impondérables d’un corps dont la substance n’en est ni diminuer, ni altérer sensiblement.
- émaner → ontspringen; opborrelen; opwellen; voortkomen; wellen

Cross Translation:

From	To	Via
• wellen	→ braser; souder	↔ weld — to join materials (especially metals) by applying heat

wel:

wel bijwoord

wel (welnu)
eh bien; or
- eh bien bijvoeglijk naamwoord
- or bijvoeglijk naamwoord
wel (jawel)
mais si; si
- mais si bijvoeglijk naamwoord
- si bijvoeglijk naamwoord

wel [de ~] zelfstandig naamwoord

de wel (waterput; bron; put)
la source; la fontaine
- source [la ~] zelfstandig naamwoord
- fontaine [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fontaine	bron; put; waterput; wel	fontein
or		goud
source	bron; put; waterput; wel	afkomst; afstamming; bakermat; bron; bronvoorziening; gegevensbron; herkomst; informatiebron; inspiratiebron; komaf; oorsprong; origine; rivierbron; waterbron
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	betrekkelijk; redelijk; tamelijk
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	nogal
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
si		als; indien; mits; of
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eh bien	wel; welnu	tja
mais si	jawel; wel	inderdaad; jawel; jazeker; waarlijk; zeker
or	wel; welnu
si	jawel; wel	als; inderdaad; indien; jawel; jazeker; mits; zulke

Verwante woorden van "wel":

wellen, welen

Synoniemen voor "wel":

betrekkelijk; nogal; redelijk; tamelijk

Antoniemen van "wel":

niet

Verwante definities voor "wel":

behoorlijk, maar niet uitzonderlijk¹
- het was wel leuk op dat feestje¹
bevestigen dat het zo is¹
- Jan gaat niet mee, Piet wel¹
gezond, in orde¹
- ze voelt zich niet wel¹

Wiktionary: wel

wel

-
- certes; probablement → wel; wellicht; allicht; vast; waarschijnlijk; zeker

noun

Translations
- fontaine → bron; wel; welput
Endroit d’où sort l’eau
- source → bron; wel; welput

conjunction

Conjonction qui introduit une condition (suivie d’une conséquence) ou une supposition qui peut être supprimée en utilisant un conditionnel. Dans le cas où, à condition que, supposer que.
- si → als; indien; of; ingeval; wanneer; ja; jawel; immers; toch; wel; zeker; ook

Cross Translation:

From	To	Via
• wel	→ source	↔ spring — water source
• wel	→ source	↔ well — spring
• wel	→ ha; oh; ah	↔ why — exclamation of surprise
• wel	→ si	↔ yes — word used to indicate disagreement or dissent in reply to a negative statement
• wel	→ certes	↔ zwar — Gegensätzliches einräumend (zwar - aber)

¹Muiswerk Woordenboek