| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
avant peu
|
straks; weldra
|
aanstonds; bijna; direct; haast; later; nagenoeg; schier; straks; terstond; welhaast; zometeen
|
|
bientôt
|
dra; eerstdaags; gauw; spoedig; straks; weldra
|
aanstonds; alras; bijna; direct; haast; later; nagenoeg; schier; straks; terstond; vervolgens; welhaast; zometeen
|
|
d'ici peu
|
dra; eerstdaags; gauw; spoedig; straks; weldra
|
aanstonds; bijna; binnenkort; direct; haast; later; nagenoeg; schier; straks; terstond; welhaast; zometeen
|
|
ensuite
|
straks; weldra
|
aansluitend; achter; behalve dat; bovendien; daarachter; daarbij; daarenboven; daarna; daarop; erachter; hierna; hierop; later; straks; tevens; verder; vervolgens; voor de rest; voor het overige; voorts; zometeen
|
|
prochainement
|
straks; weldra
|
aanstonds; bijna; direct; haast; later; nagenoeg; schier; straks; terstond; vervolgens; welhaast; zometeen
|
|
puis
|
straks; weldra
|
aansluitend; daarna; daarop; hierna; hierop; later; straks; vervolgens; zometeen
|
|
sous peu
|
dra; eerstdaags; gauw; spoedig; straks; weldra
|
aanstonds; bijna; binnenkort; direct; haast; later; nagenoeg; schier; straks; terstond; welhaast; zometeen
|
|
tout de suite
|
straks; weldra
|
aanstonds; bijna; dadelijk; direct; gelijk; haast; later; met onmiddellijk effect; met onmiddellijke ingang; meteen; nagenoeg; onmiddellijk; onverwijld; per direct; prompt; schier; straks; subiet; terstond; welhaast; zo meteen; zometeen
|
|
tout à l'heure
|
straks; weldra
|
aanstonds; daarnet; direct; juist; later; naderhand; net; pas; straks; terstond; zo; zo meteen; zojuist; zometeen; zonet; zoëven
|
|
vite
|
dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra
|
aanstonds; bijna; direct; gauw; haast; haastig; ijlings; nagenoeg; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rap; schier; snel; terstond; vingervlug; vlot; vlug; welhaast
|
|
à bref délai
|
dra; eerstdaags; gauw; spoedig; weldra
|
aanstonds; bijna; direct; haast; nagenoeg; schier; terstond; welhaast
|