Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegschenken (Nederlands) in het Frans
wegschenken:
-
wegschenken (weggeven; vergeven)
donner; faire cadeau de-
donner werkwoord (donne, donnes, donnons, donnez, donnent, donnais, donnait, donnions, donniez, donnaient, donnai, donnas, donna, donnâmes, donnâtes, donnèrent, donnerai, donneras, donnera, donnerons, donnerez, donneront)
-
faire cadeau de werkwoord
-
-
wegschenken (ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen)
donner en mariage; marier; donner-
donner en mariage werkwoord
-
marier werkwoord (marie, maries, marions, mariez, marient, mariais, mariait, mariions, mariiez, mariaient, mariai, marias, maria, mariâmes, mariâtes, marièrent, marierai, marieras, mariera, marierons, marierez, marieront)
-
donner werkwoord (donne, donnes, donnons, donnez, donnent, donnais, donnait, donnions, donniez, donnaient, donnai, donnas, donna, donnâmes, donnâtes, donnèrent, donnerai, donneras, donnera, donnerons, donnerez, donneront)
-
Conjugations for wegschenken:
o.t.t.
- schenk weg
- schenkt weg
- schenkt weg
- schenken weg
- schenken weg
- schenken weg
o.v.t.
- schonk weg
- schonk weg
- schonk weg
- schonken weg
- schonken weg
- schonken weg
v.t.t.
- heb weggeschonken
- hebt weggeschonken
- heeft weggeschonken
- hebben weggeschonken
- hebben weggeschonken
- hebben weggeschonken
v.v.t.
- had weggeschonken
- had weggeschonken
- had weggeschonken
- hadden weggeschonken
- hadden weggeschonken
- hadden weggeschonken
o.t.t.t.
- zal wegschenken
- zult wegschenken
- zal wegschenken
- zullen wegschenken
- zullen wegschenken
- zullen wegschenken
o.v.t.t.
- zou wegschenken
- zou wegschenken
- zou wegschenken
- zouden wegschenken
- zouden wegschenken
- zouden wegschenken
diversen
- schenk weg!
- schenkt weg!
- weggeschonken
- wegschenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wegschenken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
donner | weggeven | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
donner | ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; vergeven; weggeven; wegschenken | aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; declareren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; offreren; overgeven; overhandigen; presenteren; reiken; schenken; toebrengen; toedragen; toesteken; toevoeren; verlenen; verstrekken; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven |
donner en mariage | ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; wegschenken | |
faire cadeau de | vergeven; weggeven; wegschenken | |
marier | ten huwelijk geven; uithuwelijken; uithuwen; wegschenken | huwen; in het huwelijk treden; trouwen; zich in de echt verbinden |
Wiktionary: wegschenken
wegschenken
verb
-
Traductions à trier suivant le sens