Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- weerspreken:
-
Wiktionary:
- weerspreken → démentir
- weerspreken → contredire
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor weerspreken (Nederlands) in het Frans
weerspreken:
-
weerspreken (in tegenspraak zijn met; tegenspreken)
contester; protester; démentir; contredire; répliquer; nier-
contester werkwoord (conteste, contestes, contestons, contestez, contestent, contestais, contestait, contestions, contestiez, contestaient, contestai, contestas, contesta, contestâmes, contestâtes, contestèrent, contesterai, contesteras, contestera, contesterons, contesterez, contesteront)
-
protester werkwoord (proteste, protestes, protestons, protestez, protestent, protestais, protestait, protestions, protestiez, protestaient, protestai, protestas, protesta, protestâmes, protestâtes, protestèrent, protesterai, protesteras, protestera, protesterons, protesterez, protesteront)
-
démentir werkwoord (démens, dément, démentons, démentez, démentent, démentais, démentait, démentions, démentiez, démentaient, démentis, démentit, démentîmes, démentîtes, démentirent, démentirai, démentiras, démentira, démentirons, démentirez, démentiront)
-
contredire werkwoord (contredis, contredit, contredisons, contreditez, contredisent, contredisais, contredisait, contredisions, contredisiez, contredisaient, contredîmes, contredîtes, contredirent, contredirai, contrediras, contredira, contredirons, contredirez, contrediront)
-
répliquer werkwoord (réplique, répliques, répliquons, répliquez, répliquent, répliquais, répliquait, répliquions, répliquiez, répliquaient, répliquai, répliquas, répliqua, répliquâmes, répliquâtes, répliquèrent, répliquerai, répliqueras, répliquera, répliquerons, répliquerez, répliqueront)
-
nier werkwoord (nie, nies, nions, niez, nient, niais, niait, niions, niiez, niaient, niai, nias, nia, niâmes, niâtes, nièrent, nierai, nieras, niera, nierons, nierez, nieront)
-
-
weerspreken (tegenspreken; protesteren; tegenwerpen)
contredire; répliquer-
contredire werkwoord (contredis, contredit, contredisons, contreditez, contredisent, contredisais, contredisait, contredisions, contredisiez, contredisaient, contredîmes, contredîtes, contredirent, contredirai, contrediras, contredira, contredirons, contredirez, contrediront)
-
répliquer werkwoord (réplique, répliques, répliquons, répliquez, répliquent, répliquais, répliquait, répliquions, répliquiez, répliquaient, répliquai, répliquas, répliqua, répliquâmes, répliquâtes, répliquèrent, répliquerai, répliqueras, répliquera, répliquerons, répliquerez, répliqueront)
-
Conjugations for weerspreken:
o.t.t.
- weerspreek
- weerspreekt
- weerspreekt
- weerspreken
- weerspreken
- weerspreken
o.v.t.
- weersprak
- weersprak
- weersprak
- weerspraken
- weerspraken
- weerspraken
v.t.t.
- heb weersproken
- hebt weersproken
- heeft weersproken
- hebben weersproken
- hebben weersproken
- hebben weersproken
v.v.t.
- had weersproken
- had weersproken
- had weersproken
- hadden weersproken
- hadden weersproken
- hadden weersproken
o.t.t.t.
- zal weerspreken
- zult weerspreken
- zal weerspreken
- zullen weerspreken
- zullen weerspreken
- zullen weerspreken
o.v.t.t.
- zou weerspreken
- zou weerspreken
- zou weerspreken
- zouden weerspreken
- zouden weerspreken
- zouden weerspreken
diversen
- weerspreek!
- weerspreekt!
- weersproken
- weersprekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor weerspreken:
Wiktionary: weerspreken
weerspreken
Cross Translation:
verb
-
contredire quelqu’un nier la véracité de ce qu’il affirmer.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weerspreken | → contredire | ↔ impugn — To verbally assault, especially to argue against an opinion, motive, or action |
Computer vertaling door derden: