Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- weerlichten:
- weerlicht:
-
Wiktionary:
- weerlichten → faire des éclairs de chaleur, chaliner, chalouner
- weerlicht → éclair, foudre, éclair de chaleur, fulguration, chalin, chalan, chalain, chaline, feu chalain, feu chalin, marionnette
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor weerlichten (Nederlands) in het Frans
weerlichten:
-
weerlichten (bliksemen; lichten)
foudroyer; donner des éclairs; lever; décharger-
foudroyer werkwoord (foudroie, foudroies, foudroyons, foudroyez, foudroient, foudroyais, foudroyait, foudroyions, foudroyiez, foudroyaient, foudroyai, foudroyas, foudroya, foudroyâmes, foudroyâtes, foudroyèrent, foudroierai, foudroieras, foudroiera, foudroierons, foudroierez, foudroieront)
-
donner des éclairs werkwoord
-
lever werkwoord (lève, lèves, levons, levez, lèvent, levais, levait, levions, leviez, levaient, levai, levas, leva, levâmes, levâtes, levèrent, lèverai, lèveras, lèvera, lèverons, lèverez, lèveront)
-
décharger werkwoord (décharge, décharges, déchargons, déchargez, déchargent, déchargais, déchargait, déchargions, déchargiez, déchargaient, déchargai, déchargas, décharga, déchargâmes, déchargâtes, déchargèrent, déchargerai, déchargeras, déchargera, déchargerons, déchargerez, déchargeront)
-
Conjugations for weerlichten:
o.t.t.
- weerlicht
- weerlicht
- weerlicht
- weerlichten
- weerlichten
- weerlichten
o.v.t.
- weerlichtte
- weerlichtte
- weerlichtte
- weerlichtten
- weerlichtten
- weerlichtten
v.t.t.
- heb geweerlicht
- hebt geweerlicht
- heeft geweerlicht
- hebben geweerlicht
- hebben geweerlicht
- hebben geweerlicht
v.v.t.
- had geweerlicht
- had geweerlicht
- had geweerlicht
- hadden geweerlicht
- hadden geweerlicht
- hadden geweerlicht
o.t.t.t.
- zal weerlichten
- zult weerlichten
- zal weerlichten
- zullen weerlichten
- zullen weerlichten
- zullen weerlichten
o.v.t.t.
- zou weerlichten
- zou weerlichten
- zou weerlichten
- zouden weerlichten
- zouden weerlichten
- zouden weerlichten
diversen
- weerlicht!
- weerlichtt!
- geweerlicht
- weerlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het weerlichten (bliksems)
Vertaal Matrix voor weerlichten:
Verwante woorden van "weerlichten":
Wiktionary: weerlichten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weerlichten | → faire des éclairs de chaleur; chaliner; chalouner | ↔ wetterleuchten — intransitiv, unpersönlich; Meteorologie: (als Blitz) weit entfernt lautlos und hell aufleuchten |
weerlichten vorm van weerlicht:
-
de weerlicht (bliksem)
Vertaal Matrix voor weerlicht:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
foudre | bliksem; weerlicht | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits |
éclair | bliksem; weerlicht | bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flakkering; flikkering; flits; flitslicht; geflikker; hemelvuur; schicht; schijn; schittering; snel beeld |
Verwante woorden van "weerlicht":
Wiktionary: weerlicht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weerlicht | → éclair | ↔ lightning — flash of light |
• weerlicht | → foudre | ↔ lightning — discharge |
• weerlicht | → éclair de chaleur; fulguration; chalin; chalan; chalain; chaline; feu chalain; feu chalin; marionnette | ↔ Wetterleuchten — Meteorologie: nicht oder nur schwach von Donner begleiteter Widerschein von Blitzen eines fernen Gewitters |