Nederlands
Uitgebreide vertaling voor waarheid (Nederlands) in het Frans
waarheid:
Vertaal Matrix voor waarheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
vérité | waarheid |
Verwante woorden van "waarheid":
Antoniemen van "waarheid":
Verwante definities voor "waarheid":
Wiktionary: waarheid
waarheid
Cross Translation:
noun
waarheid
-
dat wat waar is
- waarheid → vérité
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waarheid | → vérité | ↔ Wahrheit — was wahr ist, was Bestand hat; was wirklich der Fall ist, was zutrifft; von Sätzen: Gültigkeit, Korrektheit; von Aussagen: Unverfälschtheit, umfassende Natur. Man unterscheidet absolute Wahrheit (zeitlos wahr) und relative Wahrheit (temporär wahr) |
• waarheid | → vérité; verdad | ↔ truth — conformity to fact or reality |
• waarheid | → vérité | ↔ truth — true facts |
• waarheid | → vérité | ↔ truth — that which is real |
• waarheid | → vérité | ↔ truth — something acknowledged to be true |
waar:
-
de waar (voorwerpen; artikelen; koopwaar)
-
de waar (koopwaar; handelswaar; nering; koophandel; handel; klandizie)
la marchandise -
de waar (spullen; dingen; zaakjes; zaken; goedje)
-
de waar (koopwaar; handelswaar; waren; goederen)
-
waar (kloppend; juist; precies; uitgerekend)
-
waar (waarachtig; werkelijk)
vrai; vraiment; réelle; véridique; véritable; sincère; véridiquement; franchement; véritablement; franc; réellement-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
réelle bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
-
waar (heus; effectief; reëel; werkelijk; metterdaad; warempel; echt; waarachtig)
en réalité; vraiment; en effet; effectivement; réellement; en vérité-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor waar:
Verwante woorden van "waar":
Synoniemen voor "waar":
Verwante definities voor "waar":
Wiktionary: waar
waar
waar
Cross Translation:
noun
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waar | → biens | ↔ goods — that which is produced, traded, bought or sold |
• waar | → réel; vrai; vraie | ↔ real — that can be characterized as a confirmation of truth |
• waar | → truc | ↔ stuff — miscellaneous items; things |
• waar | → vrai | ↔ true — concurring with a given set of facts |
• waar | → vrai | ↔ true — A state in Boolean logic that indicates an affirmative or positive result |
• waar | → où; d'où | ↔ where — at or in which place |
• waar | → où; d'où | ↔ where — at what place; to what place; from what place |
• waar | → où | ↔ where — the place in which |
• waar | → où | ↔ where — the place in which something happens |
• waar | → là où; n'importe où | ↔ wherever — in any place, anywhere |
• waar | → marchandise | ↔ Ware — durch Handel oder Tausch erwerbbares Gut |
• waar | → où | ↔ wo — interrogativ, im direkten Fragesatz, räumlich: an welchem Ort, an welcher Stelle |