Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vrijmaken (Nederlands) in het Frans
vrijmaken:
-
vrijmaken (bevrijden; emanciperen; vrijvechten; verlossen; banen)
liberalisér; dégager; libérer; affranchir; désencombrer; mettre en liberté; laisser libre-
liberalisér werkwoord
-
dégager werkwoord (dégage, dégages, dégagons, dégagez, dégagent, dégagais, dégagait, dégagions, dégagiez, dégagaient, dégagai, dégagas, dégaga, dégagâmes, dégagâtes, dégagèrent, dégagerai, dégageras, dégagera, dégagerons, dégagerez, dégageront)
-
libérer werkwoord (libère, libères, libérons, libérez, libèrent, libérais, libérait, libérions, libériez, libéraient, libérai, libéras, libéra, libérâmes, libérâtes, libérèrent, libérerai, libéreras, libérera, libérerons, libérerez, libéreront)
-
affranchir werkwoord (affranchis, affranchit, affranchissons, affranchissez, affranchissent, affranchissais, affranchissait, affranchissions, affranchissiez, affranchissaient, affranchîmes, affranchîtes, affranchirent, affranchirai, affranchiras, affranchira, affranchirons, affranchirez, affranchiront)
-
désencombrer werkwoord
-
mettre en liberté werkwoord
-
laisser libre werkwoord
-
Conjugations for vrijmaken:
o.t.t.
- maak vrij
- maakt vrij
- maakt vrij
- maken vrij
- maken vrij
- maken vrij
o.v.t.
- maakte vrij
- maakte vrij
- maakte vrij
- maakten vrij
- maakten vrij
- maakten vrij
v.t.t.
- heb vrijgemaakt
- hebt vrijgemaakt
- heeft vrijgemaakt
- hebben vrijgemaakt
- hebben vrijgemaakt
- hebben vrijgemaakt
v.v.t.
- had vrijgemaakt
- had vrijgemaakt
- had vrijgemaakt
- hadden vrijgemaakt
- hadden vrijgemaakt
- hadden vrijgemaakt
o.t.t.t.
- zal vrijmaken
- zult vrijmaken
- zal vrijmaken
- zullen vrijmaken
- zullen vrijmaken
- zullen vrijmaken
o.v.t.t.
- zou vrijmaken
- zou vrijmaken
- zou vrijmaken
- zouden vrijmaken
- zouden vrijmaken
- zouden vrijmaken
diversen
- maak vrij!
- maakt vrij!
- vrijgemaakt
- vrijmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vrijmaken:
Wiktionary: vrijmaken
vrijmaken