Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- vrijgegeven:
- vrijgeven:
-
Wiktionary:
- vrijgeven → révéler
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vrijgegeven (Nederlands) in het Frans
vrijgegeven:
-
vrijgegeven
Vertaal Matrix voor vrijgegeven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
libéré | losgelatene; vrijgelatene | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
débloqué | vrijgegeven | |
libéré | vrijgegeven | bevrijd; gered; verlost |
relâché | vrijgegeven | bevrijd; gered; krukkig; loshangend; natuurlijk; onbeholpen; ongedwongen; ongekunsteld; onhandig; schutterig; slap; slapjes; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; verlost; vrij hangend |
sauvé | vrijgegeven | bevrijd; gered; verlost |
vrijgeven:
-
vrijgeven (toegankelijk maken; openstellen; openen)
ouvrir; révéler; publier; déverrouiller; frayer; rendre accessible; dénouer; rendre public; déboutonner-
ouvrir werkwoord (ouvre, ouvres, ouvrons, ouvrez, ouvrent, ouvrais, ouvrait, ouvrions, ouvriez, ouvraient, ouvris, ouvrit, ouvrîmes, ouvrîtes, ouvrirent, ouvrirai, ouvriras, ouvrira, ouvrirons, ouvrirez, ouvriront)
-
révéler werkwoord (révèle, révèles, révélons, révélez, révèlent, révélais, révélait, révélions, révéliez, révélaient, révélai, révélas, révéla, révélâmes, révélâtes, révélèrent, révélerai, révéleras, révélera, révélerons, révélerez, révéleront)
-
publier werkwoord (publie, publies, publions, publiez, publient, publiais, publiait, publiions, publiiez, publiaient, publiai, publias, publia, publiâmes, publiâtes, publièrent, publierai, publieras, publiera, publierons, publierez, publieront)
-
déverrouiller werkwoord (déverrouille, déverrouilles, déverrouillons, déverrouillez, déverrouillent, déverrouillais, déverrouillait, déverrouillions, déverrouilliez, déverrouillaient, déverrouillai, déverrouillas, déverrouilla, déverrouillâmes, déverrouillâtes, déverrouillèrent, déverrouillerai, déverrouilleras, déverrouillera, déverrouillerons, déverrouillerez, déverrouilleront)
-
frayer werkwoord (fraye, frayes, frayons, frayez, frayent, frayais, frayait, frayions, frayiez, frayaient, frayai, frayas, fraya, frayâmes, frayâtes, frayèrent, frayerai, frayeras, frayera, frayerons, frayerez, frayeront)
-
rendre accessible werkwoord
-
dénouer werkwoord (dénoue, dénoues, dénouons, dénouez, dénouent, dénouais, dénouait, dénouions, dénouiez, dénouaient, dénouai, dénouas, dénoua, dénouâmes, dénouâtes, dénouèrent, dénouerai, dénoueras, dénouera, dénouerons, dénouerez, dénoueront)
-
rendre public werkwoord
-
déboutonner werkwoord (déboutonne, déboutonnes, déboutonnons, déboutonnez, déboutonnent, déboutonnais, déboutonnait, déboutonnions, déboutonniez, déboutonnaient, déboutonnai, déboutonnas, déboutonna, déboutonnâmes, déboutonnâtes, déboutonnèrent, déboutonnerai, déboutonneras, déboutonnera, déboutonnerons, déboutonnerez, déboutonneront)
-
-
vrijgeven (vrijaf geven)
congédier; accorder un congé-
congédier werkwoord (congédie, congédies, congédions, congédiez, congédient, congédiais, congédiait, congédiions, congédiiez, congédiaient, congédiai, congédias, congédia, congédiâmes, congédiâtes, congédièrent, congédierai, congédieras, congédiera, congédierons, congédierez, congédieront)
-
accorder un congé werkwoord
-
-
vrijgeven
Conjugations for vrijgeven:
o.t.t.
- geef vrij
- geeft vrij
- geeft vrij
- geven vrij
- geven vrij
- geven vrij
o.v.t.
- gaf vrij
- gaf vrij
- gaf vrij
- gaven vrij
- gaven vrij
- gaven vrij
v.t.t.
- heb vrijgegeven
- hebt vrijgegeven
- heeft vrijgegeven
- hebben vrijgegeven
- hebben vrijgegeven
- hebben vrijgegeven
v.v.t.
- had vrijgegeven
- had vrijgegeven
- had vrijgegeven
- hadden vrijgegeven
- hadden vrijgegeven
- hadden vrijgegeven
o.t.t.t.
- zal vrijgeven
- zult vrijgeven
- zal vrijgeven
- zullen vrijgeven
- zullen vrijgeven
- zullen vrijgeven
o.v.t.t.
- zou vrijgeven
- zou vrijgeven
- zou vrijgeven
- zouden vrijgeven
- zouden vrijgeven
- zouden vrijgeven
diversen
- geef vrij!
- geeft vrij!
- vrijgegeven
- vrijgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze