Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voortplanten (Nederlands) in het Frans
voortplanten:
-
voortplanten (vermenigvuldigen)
reproduire-
reproduire werkwoord (reproduis, reproduit, reproduisons, reproduisez, reproduisent, reproduisais, reproduisait, reproduisions, reproduisiez, reproduisaient, reproduisis, reproduisit, reproduisîmes, reproduisîtes, reproduisirent, reproduirai, reproduiras, reproduira, reproduirons, reproduirez, reproduiront)
-
Conjugations for voortplanten:
o.t.t.
- plant voort
- plant voort
- plant voort
- planten voort
- planten voort
- planten voort
o.v.t.
- plantte voort
- plantte voort
- plantte voort
- plantten voort
- plantten voort
- plantten voort
v.t.t.
- heb voortgeplant
- hebt voortgeplant
- heeft voortgeplant
- hebben voortgeplant
- hebben voortgeplant
- hebben voortgeplant
v.v.t.
- had voortgeplant
- had voortgeplant
- had voortgeplant
- hadden voortgeplant
- hadden voortgeplant
- hadden voortgeplant
o.t.t.t.
- zal voortplanten
- zult voortplanten
- zal voortplanten
- zullen voortplanten
- zullen voortplanten
- zullen voortplanten
o.v.t.t.
- zou voortplanten
- zou voortplanten
- zou voortplanten
- zouden voortplanten
- zouden voortplanten
- zouden voortplanten
diversen
- plant voort!
- plant voort!
- voortgeplant
- voortplantend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voortplanten:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| reproduire | vermenigvuldigen; voortplanten | beschrijven; fotokopiëren; kopiëren; nabootsen; namaken; overbrengen; reproduceren; translateren; verdubbelen; vermenigvuldigen; vertalen; vertolken; weergeven |
Wiktionary: voortplanten
voortplanten
verb
-
multiplier par voie de génération, de reproduction.