Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
d'abord
|
ten eerste; vooreerst
|
aanstaande; aanvankelijk; aanvoerend; aleer; alvoor; alvorens; dominant; eer; eerst; eerste; eerstvolgend; gezaghebbend; leidend; maatgevend; toonaangevend; voor; vooraan; vooraanstaande; voordat; voorin; voorop
|
en premier lieu
|
ten eerste; vooreerst
|
aanvoerend; behalve dat; bovenal; bovendien; daarbij; daarenboven; daarvoor; dominant; eerste; ervoor; gezaghebbend; leidend; maatgevend; op de eerste plaats; toonaangevend; voor; vooraan; vooraanstaande; vooral; voorin; voorop
|
pour l'instant
|
vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands
|
huidig; momenteel; tegenwoordig; van vandaag
|
pour le moment
|
vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands
|
huidig; momenteel; nu; op het moment; tegenwoordig; thans; van vandaag
|
premièrement
|
ten eerste; vooreerst
|
eerstens
|
provisoirement
|
vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands
|
aards; de komende tijd; huidig; kortstondig; momenteel; provisorisch; tegenwoordig; temporeel; tijdelijk; tussentijds; van vandaag; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
|