Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal volwassene

Vertaal volwassene van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

volwassene:
- adulte
volwassen:
- adulte; mature; mûr; formé
Wiktionary:
- volwassene → adulte
- volwassene → adulte
- volwassen → adulte, mûr
- volwassen → grand, majorité

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volwassene (Nederlands) in het Frans

volwassene:

volwassene [de ~] zelfstandig naamwoord

de volwassene
l'adulte
- adulte [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor volwassene:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adulte	volwassene
-	grote
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adulte		uitgegroeid; volgroeid; volwassen

Verwante woorden van "volwassene":

volwassen

Wiktionary: volwassene

volwassene

noun

een persoon die de volwassen leeftijd heeft bereikt waarop men normaal fysiek volgroeid is en normaal en verantwoordelijk kan functioneren in de samenleving
- volwassene → adulte

volwassene

noun

Personne parvenue à sa maturité psychologique et intellectuelle.
- adulte → volwassene

Cross Translation:

From	To	Via
• volwassene	→ adulte	↔ adult — fully grown human

volwassen:

volwassen bijvoeglijk naamwoord

volwassen (uitgegroeid; volgroeid)
adulte; mature; mûr; formé
- adulte bijvoeglijk naamwoord
- mature bijvoeglijk naamwoord
- mûr bijvoeglijk naamwoord
- formé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor volwassen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adulte		volwassene
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adulte	uitgegroeid; volgroeid; volwassen
formé	uitgegroeid; volgroeid; volwassen	geleerd; geschoold; gevormd; onderwezen
mature	uitgegroeid; volgroeid; volwassen	geslachtsrijp
mûr	uitgegroeid; volgroeid; volwassen	rijp; voldragen

Verwante woorden van "volwassen":

volwassenheid, volwassene

Wiktionary: volwassen

volwassen

adjective

Qui a terminé sa puberté, dépassé l'adolescence.
- adulte → volwassen; groot; volgroeid
Qui a atteint son plein développement. (Sens général).
- mûr → groot; volgroeid; volwassen; belegen; bezonken; rijp

Cross Translation:

From	To	Via
• volwassen	→ grand	↔ big — adult
• volwassen	→ majorité	↔ of age — old enough to be considered an adult