Volledigheid in het Frans vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

volledigheid:
- complétude; exhaustivité; totalité; état complet; fait d'être complet
volledig:
- complet; complètement; intégral; totalement; total; intégralement; intégrant; entièrement; entier; à plein temps
Wiktionary:
- volledigheid → entièreté
- volledig → complet, entier
- volledig → entièrement, parfaitement, totalement, complète, complet, complètement, exhaustif, entier, total

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volledigheid (Nederlands) in het Frans

volledigheid:

volledigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de volledigheid (uitputtendheid)
la complétude; l'exhaustivité
- complétude [la ~] zelfstandig naamwoord
- exhaustivité [la ~] zelfstandig naamwoord
de volledigheid (voltalligheid; geheel; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; totaal; eenheid)
la totalité; l'état complet
- totalité [la ~] zelfstandig naamwoord
- état complet [le ~] zelfstandig naamwoord
de volledigheid (compleetheid)
la complétude; le fait d'être complet
- complétude [la ~] zelfstandig naamwoord
- fait d'être complet [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor volledigheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
complétude	compleetheid; uitputtendheid; volledigheid
exhaustivité	uitputtendheid; volledigheid
fait d'être complet	compleetheid; volledigheid
totalité	alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid
état complet	alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid

Verwante woorden van "volledigheid":

volledig

Wiktionary: volledigheid

volledigheid

noun

Belgique|fr Qualité de quelque chose considéré dans son tout, sa totalité.
- entièreté → volledigheid; totaliteit

volledigheid vorm van volledig:

volledig bijvoeglijk naamwoord

volledig (integraal)
complet; complètement; intégral; totalement; total; intégralement; intégrant
- complet bijvoeglijk naamwoord
- complètement bijvoeglijk naamwoord
- intégral bijvoeglijk naamwoord
- totalement bijvoeglijk naamwoord
- total bijvoeglijk naamwoord
- intégralement bijvoeglijk naamwoord
- intégrant bijvoeglijk naamwoord
volledig (totaal; helemaal; compleet)
total; complètement; complet; entièrement; totalement; entier
- total bijvoeglijk naamwoord
- complètement bijvoeglijk naamwoord
- complet bijvoeglijk naamwoord
- entièrement bijvoeglijk naamwoord
- totalement bijvoeglijk naamwoord
- entier bijvoeglijk naamwoord
volledig (algeheel; compleet; volkomen; kompleet; volslagen)
complet; entier; intégral
- complet bijvoeglijk naamwoord
- entier bijvoeglijk naamwoord
- intégral bijvoeglijk naamwoord
volledig (fulltime)
à plein temps
- à plein temps bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor volledig:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
complet		kostuum; maatpak; pak
complètement		afkrijgen
total		complete som; conclusie; eindsom; gevolgtrekking; slotsom; slotsommen; totaalbedrag; totaalbedragen; volledige bedrag
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
complet	algeheel; compleet; helemaal; integraal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen	beslist; feitelijk; foutloos; gaaf; geheid; gehele; gewis; heel; heus; intact; kompleet; perfect; plenair; reëel; stellig; uitverkocht; vast; vast en zeker; volgeboekt; volleerd; volmaakt; voltallig; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
-	compleet; geheel; heel; vol
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	helemaal
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
entier		geheel getal
-	totaal
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
complètement	compleet; helemaal; integraal; totaal; volledig	absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
entier	algeheel; compleet; helemaal; kompleet; totaal; volkomen; volledig; volslagen	allemaal; alles; beslist; breukvrij; feitelijk; gaaf; geheid; gehele; gewis; heel; heelhuids; hele; heus; intact; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongeschonden; onverzwakt; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
entièrement	compleet; helemaal; totaal; volledig	allemaal; alles; heel; hele
intégral	algeheel; compleet; integraal; kompleet; volkomen; volledig; volslagen	allemaal; alles; foutloos; koel; koud; onaangebroken; onaangedaan; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverkort; perfect; volmaakt
intégralement	integraal; volledig	allemaal; alles
intégrant	integraal; volledig	boeiend; fascinerend; integrerend
total	compleet; helemaal; integraal; totaal; volledig	allemaal; alles; faliekant; finaal; foutloos; gehele; hartstikke; helemaal; perfect; vierkant; volmaakt; volstrekt
totalement	compleet; helemaal; integraal; totaal; volledig	absoluut; allemaal; alles; faliekant; finaal; grondig; hartstikke; helemaal; in het geheel; totaal; vierkant; volkomen; volstrekt
à plein temps	fulltime; volledig

Verwante definities voor "volledig":

zonder dat er iets ontbreekt¹
- hij heeft een volledige baan¹

Wiktionary: volledig

volledig

adjective

À quoi il ne manquer aucune des parties nécessaires.
- complet → volledig; compleet; vol
Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.
- entier → compleet; gans; heel; geheel; vol; volkomen; volslagen; totaal; volledig

D'une manière entière.
- entièrement → finaal; heel; geheel; helemaal; totaal; volkomen; volledig; ten volle; voluit; compleet; totaliter
-
- parfaitement; totalement → volkomen; volmaakt; perfekt; compleet; totaal; volledig; finaal; heel; geheel; helemaal

Cross Translation:

From	To	Via
• volledig	→ complète; complet	↔ complete — with everything included
• volledig	→ complètement	↔ completely — in a complete manner
• volledig	→ exhaustif	↔ exhaustive — including every possible element
• volledig	→ complet	↔ full — complete
• volledig	→ entier; total	↔ full — total, entire
• volledig	→ entièrement; complètement	↔ fully — in a full manner
• volledig	→ entièrement; complètement	↔ fully — to a full extent
• volledig	→ total	↔ total — complete

Computer vertaling door derden:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Vertaal volledigheid van Nederlands naar Frans

Uitgebreide vertaling voor volledigheid (Nederlands) in het Frans

volledigheid:

volledigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de volledigheid (uitputtendheid)

de volledigheid (voltalligheid; geheel; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; totaal; eenheid)

de volledigheid (compleetheid)

Vertaal Matrix voor volledigheid:

Verwante woorden van "volledigheid":

Wiktionary: volledigheid

volledigheid vorm van volledig:

volledig bijvoeglijk naamwoord

volledig (integraal)

volledig (totaal; helemaal; compleet)

volledig (algeheel; compleet; volkomen; kompleet; volslagen)

volledig (fulltime)

Vertaal Matrix voor volledig:

Verwante woorden van "volledig":

Synoniemen voor "volledig":

Antoniemen van "volledig":

Verwante definities voor "volledig":

Wiktionary: volledig