Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vlag (Nederlands) in het Frans
vlag:
Vertaal Matrix voor vlag:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bannière | banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag | banner; spandoek; vaandel |
drapeau | banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag | commandovlag; scheepsvlag; spandoek |
fanion | banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag | vaantje; vlaggetje |
flamme | banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag | |
indicateur | markering; vlag | graadmeetapparaat; graadmeter; gradenmeter; ijk; ijkmerk; indicator; informant; maatstaf; markering; spanningsmeter; tipgever; toetssteen; voltmeter |
oriflamme | banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag | |
étendard | banier; standaard; vaan; vaandel; vendel; vlag | commandovlag |
Verwante woorden van "vlag":
Wiktionary: vlag
vlag
Cross Translation:
noun
vlag
noun
-
pièce d’étoffe qu’on attacher à une espèce de lance, de manière qu’elle pouvoir se déployer et flotter au vent, et qui sert à donner un signal, à indiquer un point de ralliement, à distinguer la nation ou le groupement d’individus qui l’[
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vlag | → bannière | ↔ banner — flag |
• vlag | → étendard; drapeau | ↔ flag — piece of cloth |
• vlag | → flag; sémaphore; drapeau | ↔ flag — true-or-false variable |
• vlag | → switch; option | ↔ flag — computer science: notation for optional behaviour |
vlag vorm van vlaggen:
-
vlaggen (vendelzwaaien)
Conjugations for vlaggen:
o.t.t.
- vlag
- vlagt
- vlagt
- vlaggen
- vlaggen
- vlaggen
o.v.t.
- vlagde
- vlagde
- vlagde
- vlagden
- vlagden
- vlagden
v.t.t.
- heb gevlagd
- hebt gevlagd
- heeft gevlagd
- hebben gevlagd
- hebben gevlagd
- hebben gevlagd
v.v.t.
- had gevlagd
- had gevlagd
- had gevlagd
- hadden gevlagd
- hadden gevlagd
- hadden gevlagd
o.t.t.t.
- zal vlaggen
- zult vlaggen
- zal vlaggen
- zullen vlaggen
- zullen vlaggen
- zullen vlaggen
o.v.t.t.
- zou vlaggen
- zou vlaggen
- zou vlaggen
- zouden vlaggen
- zouden vlaggen
- zouden vlaggen
diversen
- vlag!
- vlagt!
- gevlagd
- vlaggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vlaggen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
agiter le drapeau | vendelzwaaien; vlaggen | |
déployer le drapeau | vendelzwaaien; vlaggen |