Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
critique
|
|
aanmerking; beoordeling; bespreking; boekbespreking; commentaar; criticus; kritiek; opmerking; recensent; recensie
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
critique
|
van levensbelang; vitaal
|
bedenkelijk; benard; benauwd; betwist; cruciaal; delicaat; dubieus; ernstig; essentieel; hachelijk; kardinaal; kritiek; kritisch; kwestieus; lastig; moeilijk; netelig; niet makkelijk; noodzakelijk; omstreden; ongemakkelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; onrustbarend; penibel; precair; problematisch; twijfelachtig; verdacht; verontrustend; voornaamst; wezenlijk; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
|
crucial
|
van levensbelang; vitaal
|
cruciaal; elementair; essentieel; fundamenteel; heel belangrijk; kardinaal; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; vereist; voornaamst; wezenlijk
|
d'intérêt vital
|
van levensbelang; vitaal
|
|
décisif
|
van levensbelang; vitaal
|
aanvoerend; afdoend; beslissend; cruciaal; definitieve; dominant; doorslaggevend; eerste; elementair; essentieel; gezaghebbend; kardinaal; leidend; maatgevend; meestens; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; overtuigend; overwegend; toonaangevend; vereist; vooraanstaande; voornaamst; wezenlijk
|
vif
|
levenskrachtig; vitaal
|
actief; ad rem; adrem; alert; beweeglijk; bezet; bijdehand; bitter; bitter van smaak; blij; blijmoedig; dapper; dartel; druk; drukbezet; dynamisch; energiek; erg; fel; ferm; flink; flitsend; geagiteerd; gevat; hanig; heftig; hel; hevig; hip; intens; intensief; kien; kittig; krachtig; levendig; levenslustig; modieus; moedig; monter; moreel sterk; onbeheerst; ongeblust; onstuimig; opgetogen; opgewekt; oplettend; pienter; pinnig; raak; rap; scherp; scherpzinnig; slagvaardig; slim; snedig; snel; snibbig; spits; spitsvondig; tierig; trendy; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; verhit; verwoed; vinnig; vlijmend; vlot; vlug; vrolijk; wakker
|
vital
|
levenskrachtig; van levensbelang; vitaal
|
cruciaal; essentieel; kardinaal; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; voornaamst; wezenlijk
|