Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vete (Nederlands) in het Frans

vete:

vete [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vete (vijandschap)
    le ressentiment; l'haine; le dépit; la rancune; l'hostilité; l'animosité; l'aigreur; l'inimitié
  2. de vete (tweedracht; verdeeldheid; disharmonie; )
    la zizanie; la désunion; la discorde; la division

Vertaal Matrix voor vete:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aigreur vete; vijandschap bitsheid; bitsigheid; bitterheid; guurheid; haatdragendheid; kattigheid; rancune; snibbigheid; verbittering; vinnigheid; wrangheid; wrok; zurigheid; zuurte
animosité vete; vijandschap animositeit; vijandelijkheid; vijandigheid; vijandschap
discorde conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete botsing; conflict; debat; disharmonie; dispuut; doolhof; geschil; gespletenheid; gevecht; kamp; labyrint; meningsverschil; misnoegen; onaangenaamheid; onbehaaglijkheid; onbehagen; onenigheid; ongenoegen; onmin; ontevredenheid; onvrede; redestrijd; redetwist; ruzie; strijd; tweedracht; tweespalt; twist; twistgesprek; verdeeldheid; warboel; warnet; woordenstrijd; woordenwisseling; worsteling
division conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete afdeling; bestuursregio; departement; detachement; divisie; gespletenheid; maken van onderscheid; onderscheiding; opdeling; sectie; tak; tweedracht; tweespalt; vakgroep; verdeeldheid; verdeling
dépit vete; vijandschap
désunion conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
haine vete; vijandschap afkeer; animositeit; haat; hatelijke opmerking; hatelijkheid; sarcasme; stekeligheid; vijandelijkheid; vijandigheid; vijandschap
hostilité vete; vijandschap animositeit; vijandelijkheid; vijandigheid; vijandschap
inimitié vete; vijandschap
rancune vete; vijandschap animositeit; haatdragendheid; rancune; verbittering; vijandschap; wraakgevoel; wraaklust; wraakzucht; wrok
ressentiment vete; vijandschap afgunst; haatdragendheid; jaloezie; kif; kinnesinne; rancune; ressentiment; wraaklust; wraakzucht
zizanie conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete gespletenheid; tweedracht; tweespalt; verdeeldheid

Verwante woorden van "vete":


Wiktionary: vete


Cross Translation:
FromToVia
vete querelle feud — A state of long-standing mutual hostility

vete vorm van vet:

vet [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vet (reuzel; olie; smeer)
    la graisse; la matières grasses; l'huile; le gras

vet bijvoeglijk naamwoord

  1. vet (vettig)
    gras; lourd; potelé; épaisse; gros; obèse; replet; consistant; corpulent; enflé; fort; volumineux; volumineuse
  2. vet (zwaar van lijf; dik; lijvig)
    gros; obèse; grosse; épaisse; corpulente; épais; grasse; corpulent; gras
  3. vet
    le gras
    • gras [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fort burcht; citadel; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; slot
graisse olie; reuzel; smeer; vet braadvet; vetheid; vettigheid
gras olie; reuzel; smeer; vet
grosse gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk; grosse
huile olie; reuzel; smeer; vet aardolie; olie
matières grasses olie; reuzel; smeer; vet
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gras dik; lijvig; vet; vettig; zwaar van lijf smeerachtig; vethoudend; vetrijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consistant vet; vettig consistent
corpulent dik; lijvig; vet; vettig; zwaar van lijf corpulent; dik; gezet; lijvig; vetlijvig; zwaarlijvig
corpulente dik; lijvig; vet; zwaar van lijf
enflé vet; vettig bol; bolvormig; gezwollen; kogelvormig; opgeblazen; opgezet; opgezet dier; opgezwollen
fort vet; vettig behoorlijk; bijzonder; buitengemeen; buitengewoon; buitensporig; corpulent; danig; degelijk; dik; duchtig; energiek; erg; excessief; extreem; fantastisch; fel; ferm; fiks; flink; formidabel; fors; forse; geanimeerd; gekruid; gepeperd; geweldig; gezet; grievend; hard; hardop; hartig; heel erg; heftig; hevig; hogelijk; hoogst; intens; intensief; krachtig; krenkend; kruidig; kwetsend; lawaaierig; levendig; lijvig; luid; luid klinkend; luidruchtig; pittig; potig; prachtig; robuust; rumoerig; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; stoer; ten zeerste; uitermate; uiterst; vief; vol energie; vol fut; zeer; zwaarlijvig
grasse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf moddervet
gros dik; lijvig; vet; vettig; zwaar van lijf corpulent; dik; gezet; groot; lijvig; omvangrijk; volumineus; zwaarlijvig
grosse dik; lijvig; vet; zwaar van lijf in verwachting; lijvig; omvangrijk; volumineus; zwanger
lourd vet; vettig benauwd; broeierig; corpulent; dik; geladen; gezet; lastig; lijvig; lomp; machtig; met een groot gewicht; moeilijk; moeilijk verteerbaar; niet makkelijk; onelegant; ongemakkelijk; opladen van een geweer; plomp; slecht verteerbaar; zwaar; zwaarlijvig; zwoel
obèse dik; lijvig; vet; vettig; zwaar van lijf corpulent; dik; gezet; lijvig; vetlijvig; zwaarlijvig
potelé vet; vettig bevleesd; gevleesd; mollig; poezelig; volslank
replet vet; vettig
volumineuse vet; vettig lijvig; omvangrijk; volumineus
volumineux vet; vettig ampel; breed; breedvoerig; dik; fors; lijvig; omstandig; omvangrijk; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uit de kluiten gewassen; uitgebreid; uitvoerig; volumineus
épais dik; lijvig; vet; zwaar van lijf corpulent; dicht; dicht opeen; dik; dik vloeibaar; gezet; lijvig; stroopachtig; stroperig; taai-vloeibaar; viskeus; zwaarlijvig
épaisse dik; lijvig; vet; vettig; zwaar van lijf

Verwante woorden van "vet":


Antoniemen van "vet":


Verwante definities voor "vet":

  1. dierlijke of plantaardige brandstof1
    • er zit een rand vet aan het vlees1
  2. met veel dierlijke of plantaardige brandstof1
    • dit vlees is erg vet1
  3. vies of glad door vet1
    • ik heb vet haar1

Wiktionary: vet

vet
adjective
  1. dik, vet inhoudend
noun
  1. gladde, zeer vette vloeistoffen, smeermiddelen
  2. gespecialiseerd dierlijk weefsel
vet
noun
  1. À trier
  2. biochimie|fr Substance non soluble dans l’eau et qui tache le papier, rencontrée dans certains aliments, entre autres les huiles, la crème, le beurre et la viande.

Cross Translation:
FromToVia
vet gras bold — having thicker strokes than the ordinary form of the typeface
vet gros fat — carrying a larger than normal amount of fat on one's body
vet gras fat — specialized animal tissue
vet gras; matière grasse fat — refined substance chemically resembling the oils in animal fat
vet graisse grease — animal fat
vet génial; super phat — slang: excellent
vet graisse FettChemie: Gruppe organischer chemischer Stoffe, Tri-Ester des dreifachen Alkohols Glycerin (Propan-1,2,3-triol) und verschiedener, überwiegend geradzahliger und unverzweigter aliphatischer Monocarbonsäuren (Fettsäuren)