Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vesting:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vesting (Nederlands) in het Frans

vesting:

vesting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de vesting (vestingsgracht; veste)
    l'enceinte; la forteresse; le fossé; la douve
    • enceinte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • forteresse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fossé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • douve [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vesting:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
douve veste; vesting; vestingsgracht slotgracht
enceinte veste; vesting; vestingsgracht ommuring; ringmuur; schans; speaker; verschansing
forteresse veste; vesting; vestingsgracht bastion; bolwerk; burcht; citadel; fort; gracht; gracht rond stad; kasteel; ridderkasteel; ridderslot; singel; slot; stadsgracht; stadswal; vaste grond; veste; wal
fossé veste; vesting; vestingsgracht burchtgracht; gleuf; greppel; groef; groeve; langwerpige uitholling; opening; sleuf; sloot; slotgracht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enceinte in verwachting; zwanger

Verwante woorden van "vesting":


Wiktionary: vesting

vesting
noun
  1. ouvrage, construction passager ou permanente, qu’on élever soit pour fortifier une place, soit pour l’assiéger.

Cross Translation:
FromToVia
vesting forteresse fortress — fortified place