Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verzuren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzuren (Nederlands) in het Frans

verzuren:

verzuren werkwoord (verzuur, verzuurt, verzuurde, verzuurden, verzuurd)

  1. verzuren (schiften; zuur worden)
    aigrir; acidifier; gâcher; surir; devenir aigre; aciduler; s'aigrir; s'acidifier; rendre aigre
    • aigrir werkwoord (aigris, aigrit, aigrissons, aigrissez, )
    • acidifier werkwoord (acidifie, acidifies, acidifions, acidifiez, )
    • gâcher werkwoord (gâche, gâches, gâchons, gâchez, )
    • surir werkwoord (suris, surit, surissons, surissez, )
    • devenir aigre werkwoord
    • aciduler werkwoord (acidule, acidules, acidulons, acidulez, )
    • s'aigrir werkwoord
    • s'acidifier werkwoord
    • rendre aigre werkwoord

Conjugations for verzuren:

o.t.t.
  1. verzuur
  2. verzuurt
  3. verzuurt
  4. verzuren
  5. verzuren
  6. verzuren
o.v.t.
  1. verzuurde
  2. verzuurde
  3. verzuurde
  4. verzuurden
  5. verzuurden
  6. verzuurden
v.t.t.
  1. ben verzuurd
  2. bent verzuurd
  3. is verzuurd
  4. zijn verzuurd
  5. zijn verzuurd
  6. zijn verzuurd
v.v.t.
  1. was verzuurd
  2. was verzuurd
  3. was verzuurd
  4. waren verzuurd
  5. waren verzuurd
  6. waren verzuurd
o.t.t.t.
  1. zal verzuren
  2. zult verzuren
  3. zal verzuren
  4. zullen verzuren
  5. zullen verzuren
  6. zullen verzuren
o.v.t.t.
  1. zou verzuren
  2. zou verzuren
  3. zou verzuren
  4. zouden verzuren
  5. zouden verzuren
  6. zouden verzuren
diversen
  1. verzuur!
  2. verzuurt!
  3. verzuurd
  4. verzurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verzuren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acidifier schiften; verzuren; zuur worden aanzuren; doen verzuren; zuur maken; zuurder maken
aciduler schiften; verzuren; zuur worden
aigrir schiften; verzuren; zuur worden bitter worden; doen verzuren; iets vergallen; verbitteren; verbolgen worden; vergrammen; verknoeien; zuur maken
devenir aigre schiften; verzuren; zuur worden
gâcher schiften; verzuren; zuur worden aanklooien; aanrommelen; aanrotzooien; bederven; corrumperen; klooien; klungelen; klunzen; knoeien; ontbinden; prutsen; rotten; rotzooien; scharrelen; stukmaken; stuntelen; verboemelen; verbrassen; verbroddelen; verderven; verdoen; vergaan; vergallen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verloederen; verpesten; verprutsen; verrotten; verslonzen; verspillen; verteren; verzieken; wegrotten
rendre aigre schiften; verzuren; zuur worden doen verzuren; zuur maken
s'acidifier schiften; verzuren; zuur worden aanzuren; doen verzuren; zuur maken; zuurder maken
s'aigrir schiften; verzuren; zuur worden doen verzuren; zuur maken
surir schiften; verzuren; zuur worden

Wiktionary: verzuren

verzuren
verb
  1. zuur (doen) worden
verzuren
Cross Translation:
FromToVia
verzuren acidifier acidify — to make something acidic

Verwante vertalingen van verzuren