Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- verzoenend:
- verzoenen:
-
Wiktionary:
- verzoenen → réconcilier
- verzoenen → réconcilier
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verzoenend (Nederlands) in het Frans
verzoenend:
-
verzoenend (vergevingsgezind; genadig; clement)
Vertaal Matrix voor verzoenend:
verzoenen:
-
verzoenen (bijleggen; schikken)
se réconcilier; concilier; faire la paix; régler à l'amiable-
se réconcilier werkwoord
-
concilier werkwoord (concilie, concilies, concilions, conciliez, concilient, conciliais, conciliait, conciliions, conciliiez, conciliaient, conciliai, concilias, concilia, conciliâmes, conciliâtes, concilièrent, concilierai, concilieras, conciliera, concilierons, concilierez, concilieront)
-
faire la paix werkwoord
-
régler à l'amiable werkwoord
-
Conjugations for verzoenen:
o.t.t.
- verzoen
- verzoent
- verzoent
- verzoenen
- verzoenen
- verzoenen
o.v.t.
- verzoende
- verzoende
- verzoende
- verzoenden
- verzoenden
- verzoenden
v.t.t.
- heb verzoend
- hebt verzoend
- heeft verzoend
- hebben verzoend
- hebben verzoend
- hebben verzoend
v.v.t.
- had verzoend
- had verzoend
- had verzoend
- hadden verzoend
- hadden verzoend
- hadden verzoend
o.t.t.t.
- zal verzoenen
- zult verzoenen
- zal verzoenen
- zullen verzoenen
- zullen verzoenen
- zullen verzoenen
o.v.t.t.
- zou verzoenen
- zou verzoenen
- zou verzoenen
- zouden verzoenen
- zouden verzoenen
- zouden verzoenen
diversen
- verzoen!
- verzoent!
- verzoend
- verzoenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verzoenen:
Wiktionary: verzoenen
verzoenen
Cross Translation:
verb
verzoenen
-
vrede laten sluiten
- verzoenen → réconcilier
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzoenen | → réconcilier | ↔ reconcile — to restore a friendly relationship |