Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verwilderd (Nederlands) in het Frans
verwilderd:
-
verwilderd (verwaarloosd; onverzorgd)
négligé; mal soigné; délaissé-
négligé bijvoeglijk naamwoord
-
mal soigné bijvoeglijk naamwoord
-
délaissé bijvoeglijk naamwoord
-
-
verwilderd (bandeloos)
dévergondé; anarchique; indiscipliné-
dévergondé bijvoeglijk naamwoord
-
anarchique bijvoeglijk naamwoord
-
indiscipliné bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verwilderd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
négligé | negligé | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
anarchique | bandeloos; verwilderd | anarchistisch; regeringsloos |
délaissé | onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd | afgezonderd; desolaat; eenzaam; hulpeloos; in quarantaine; vereenzaamd; verlaten; weerloos |
dévergondé | bandeloos; verwilderd | |
indiscipliné | bandeloos; verwilderd | bandeloos; losbandig; ongebonden; ongebreideld; ongedisciplineerd; ongehoorzaam; ongezeglijk; tuchteloos; vrij; vrijgevochten |
mal soigné | onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd | onordelijk; ordeloos; wanordelijk |
négligé | onverzorgd; verwaarloosd; verwilderd | achterwege; achterwege blijvend; flodderig; haveloos; morsig; onordelijk; ordeloos; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig; wanordelijk |
Wiktionary: verwilderd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwilderd | → marron; féral; haret | ↔ feral — wild, untamed, especially of domesticated animals having returned to the wild |
verwilderen:
-
verwilderen
Conjugations for verwilderen:
o.t.t.
- verwilder
- verwildert
- verwildert
- verwilderen
- verwilderen
- verwilderen
o.v.t.
- verwilderde
- verwilderde
- verwilderde
- verwilderden
- verwilderden
- verwilderden
v.t.t.
- ben verwilderd
- bent verwilderd
- is verwilderd
- zijn verwilderd
- zijn verwilderd
- zijn verwilderd
v.v.t.
- was verwilderd
- was verwilderd
- was verwilderd
- waren verwilderd
- waren verwilderd
- waren verwilderd
o.t.t.t.
- zal verwilderen
- zult verwilderen
- zal verwilderen
- zullen verwilderen
- zullen verwilderen
- zullen verwilderen
o.v.t.t.
- zou verwilderen
- zou verwilderen
- zou verwilderen
- zouden verwilderen
- zouden verwilderen
- zouden verwilderen
diversen
- verwilder!
- verwildert!
- verwilderd
- verwilderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verwilderen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
s'abrutir | verwilderen | versuffen |