Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verspelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verspelen (Nederlands) in het Frans

verspelen:

verspelen werkwoord (verspeel, verspeelt, verspeelde, verspeelden, verspeeld)

  1. verspelen (vergokken; vergooien)
    perdre; perdre au jeu
    • perdre werkwoord (perds, perd, perdons, perdez, )
    • perdre au jeu werkwoord

Conjugations for verspelen:

o.t.t.
  1. verspeel
  2. verspeelt
  3. verspeelt
  4. verspelen
  5. verspelen
  6. verspelen
o.v.t.
  1. verspeelde
  2. verspeelde
  3. verspeelde
  4. verspeelden
  5. verspeelden
  6. verspeelden
v.t.t.
  1. heb verspeeld
  2. hebt verspeeld
  3. heeft verspeeld
  4. hebben verspeeld
  5. hebben verspeeld
  6. hebben verspeeld
v.v.t.
  1. had verspeeld
  2. had verspeeld
  3. had verspeeld
  4. hadden verspeeld
  5. hadden verspeeld
  6. hadden verspeeld
o.t.t.t.
  1. zal verspelen
  2. zult verspelen
  3. zal verspelen
  4. zullen verspelen
  5. zullen verspelen
  6. zullen verspelen
o.v.t.t.
  1. zou verspelen
  2. zou verspelen
  3. zou verspelen
  4. zouden verspelen
  5. zouden verspelen
  6. zouden verspelen
diversen
  1. verspeel!
  2. verspeelt!
  3. verspeeld
  4. verspelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verspelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perdre vergokken; vergooien; verspelen afraken van; erbij inschieten; floepen; glippen; inzetten; kwijt raken; kwijtraken; missen; onderspit delven; verbeuren; verliezen; verloren gaan; vermissen; verwedden; wedden; wegglippen; wegmaken; wegraken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken
perdre au jeu vergokken; vergooien; verspelen

Wiktionary: verspelen

verspelen