Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- verpanden:
-
Wiktionary:
- verpanden → hypothéquer, engager, mettre au clou, mettre en gage
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verpanden (Nederlands) in het Frans
verpanden:
-
verpanden (belenen; verpatsen)
hypothéquer; gaspiller; laisser en gage; mettre en gage; dépenser follement; claquer son argent-
hypothéquer werkwoord (hypothèque, hypothèques, hypothéquons, hypothéquez, hypothèquent, hypothéquais, hypothéquait, hypothéquions, hypothéquiez, hypothéquaient, hypothéquai, hypothéquas, hypothéqua, hypothéquâmes, hypothéquâtes, hypothéquèrent, hypothéquerai, hypothéqueras, hypothéquera, hypothéquerons, hypothéquerez, hypothéqueront)
-
gaspiller werkwoord (gaspille, gaspilles, gaspillons, gaspillez, gaspillent, gaspillais, gaspillait, gaspillions, gaspilliez, gaspillaient, gaspillai, gaspillas, gaspilla, gaspillâmes, gaspillâtes, gaspillèrent, gaspillerai, gaspilleras, gaspillera, gaspillerons, gaspillerez, gaspilleront)
-
laisser en gage werkwoord
-
mettre en gage werkwoord
-
dépenser follement werkwoord
-
claquer son argent werkwoord
-
Conjugations for verpanden:
o.t.t.
- verpand
- verpandt
- verpandt
- verpanden
- verpanden
- verpanden
o.v.t.
- verpandde
- verpandde
- verpandde
- verpandden
- verpandden
- verpandden
v.t.t.
- heb verpand
- hebt verpand
- heeft verpand
- hebben verpand
- hebben verpand
- hebben verpand
v.v.t.
- had verpand
- had verpand
- had verpand
- hadden verpand
- hadden verpand
- hadden verpand
o.t.t.t.
- zal verpanden
- zult verpanden
- zal verpanden
- zullen verpanden
- zullen verpanden
- zullen verpanden
o.v.t.t.
- zou verpanden
- zou verpanden
- zou verpanden
- zouden verpanden
- zouden verpanden
- zouden verpanden
diversen
- verpand!
- verpandt!
- verpand
- verpandend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verpanden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
claquer son argent | belenen; verpanden; verpatsen | opmaken; potverteren; verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; versjacheren; verspillen |
dépenser follement | belenen; verpanden; verpatsen | opmaken; potverteren; verboemelen; verbrassen; verdoen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen |
gaspiller | belenen; verpanden; verpatsen | bederven; opmaken; potverteren; stukmaken; verbeuzelen; verboemelen; verbrassen; verbroddelen; verdoen; verklungelen; verknallen; verknoeien; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verlummelen; verpesten; versjacheren; verspillen; verzieken |
hypothéquer | belenen; verpanden; verpatsen | |
laisser en gage | belenen; verpanden; verpatsen | |
mettre en gage | belenen; verpanden; verpatsen |
Wiktionary: verpanden
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verpanden | → hypothéquer | ↔ mortgage — to borrow against a property |
• verpanden | → engager; mettre au clou; mettre en gage | ↔ pawn — give as security for loan |