Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verouderd:
  2. verouderen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor verouderd:
    • vétusté


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verouderd (Nederlands) in het Frans

verouderd:

verouderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verouderd (ouderwets; onmodern)
    désuet; démodé; périmé; vieilli; tombé en désuétude; vieux jeu; suranné; ancestral; archaïque
  2. verouderd
    hérité, e

Vertaal Matrix voor verouderd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
démodé fossiel; ouderwets persoon
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hérité, e verouderd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancestral onmodern; ouderwets; verouderd ouderwetse; voorvaderlijk
archaïque onmodern; ouderwets; verouderd antiek; archaïsch; oeroud; oud; ouderwets
démodé onmodern; ouderwets; verouderd antiek; oud; ouderwets; ouderwetse
désuet onmodern; ouderwets; verouderd achterlijk; oubollig
périmé onmodern; ouderwets; verouderd armoedig; flodderig; haveloos; nietig; ongeldig; ouderwetse; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verjaard; verlopen
suranné onmodern; ouderwets; verouderd
tombé en désuétude onmodern; ouderwets; verouderd
vieilli onmodern; ouderwets; verouderd grijs wordend; grijzend
vieux jeu onmodern; ouderwets; verouderd

Wiktionary: verouderd


Cross Translation:
FromToVia
verouderd archaïque archaic — old-fashioned or antiquated
verouderd obsolète deprecated — computing: obsolescent
verouderd obsolète obsolete — no longer in use
verouderd obsolète; dépassé superannuated — obsolete, antiquated
verouderd obsolète obsoletüberholt, veraltet, ungebräuchlich, überflüssig geworden

verouderen:

verouderen werkwoord (verouder, veroudert, verouderde, verouderden, verouderd)

  1. verouderen
    vieillir; se démoder
    • vieillir werkwoord (vieillis, vieillit, vieillissons, vieillissez, )
    • se démoder werkwoord

Conjugations for verouderen:

o.t.t.
  1. verouder
  2. veroudert
  3. veroudert
  4. verouderen
  5. verouderen
  6. verouderen
o.v.t.
  1. verouderde
  2. verouderde
  3. verouderde
  4. verouderden
  5. verouderden
  6. verouderden
v.t.t.
  1. ben verouderd
  2. bent verouderd
  3. is verouderd
  4. zijn verouderd
  5. zijn verouderd
  6. zijn verouderd
v.v.t.
  1. was verouderd
  2. was verouderd
  3. was verouderd
  4. waren verouderd
  5. waren verouderd
  6. waren verouderd
o.t.t.t.
  1. zal verouderen
  2. zult verouderen
  3. zal verouderen
  4. zullen verouderen
  5. zullen verouderen
  6. zullen verouderen
o.v.t.t.
  1. zou verouderen
  2. zou verouderen
  3. zou verouderen
  4. zouden verouderen
  5. zouden verouderen
  6. zouden verouderen
diversen
  1. verouder!
  2. veroudert!
  3. verouderd
  4. verouderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verouderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se démoder verouderen
vieillir verouderen

Wiktionary: verouderen

verouderen
verb
  1. ouder worden
  2. uit de mode raken

Cross Translation:
FromToVia
verouderen vieillir age — intransitive: become old