Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verondersteld:
  2. veronderstellen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verondersteld (Nederlands) in het Frans

verondersteld:

verondersteld bijvoeglijk naamwoord

  1. verondersteld (vermeend)
    prétendu; supposé; soi-disant; dit

Vertaal Matrix voor verondersteld:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dit vermeend; verondersteld bij naam; bij zijn naam noemend; geheten; genaamd; genoemd; gewaand; gezegd; verwoord; wat men noemt
prétendu vermeend; verondersteld gewaand
soi-disant vermeend; verondersteld gewaand; kwasi; pseudo-; quasi; wat men noemt; zogenaamde
supposé vermeend; verondersteld bedriegelijk; gefingeerd; gewaand; nagemaakt; onecht; onwaar; vals

Wiktionary: verondersteld

verondersteld
Cross Translation:
FromToVia
verondersteld supposé; prétendu alleged — supposed

veronderstellen:

veronderstellen werkwoord (veronderstel, veronderstelt, veronderstelde, veronderstelden, verondersteld)

  1. veronderstellen (aannemen; uitgaan van)
    supposer; présumer
    • supposer werkwoord (suppose, supposes, supposons, supposez, )
    • présumer werkwoord (présume, présumes, présumons, présumez, )

Conjugations for veronderstellen:

o.t.t.
  1. veronderstel
  2. veronderstelt
  3. veronderstelt
  4. veronderstellen
  5. veronderstellen
  6. veronderstellen
o.v.t.
  1. veronderstelde
  2. veronderstelde
  3. veronderstelde
  4. veronderstelden
  5. veronderstelden
  6. veronderstelden
v.t.t.
  1. heb verondersteld
  2. hebt verondersteld
  3. heeft verondersteld
  4. hebben verondersteld
  5. hebben verondersteld
  6. hebben verondersteld
v.v.t.
  1. had verondersteld
  2. had verondersteld
  3. had verondersteld
  4. hadden verondersteld
  5. hadden verondersteld
  6. hadden verondersteld
o.t.t.t.
  1. zal veronderstellen
  2. zult veronderstellen
  3. zal veronderstellen
  4. zullen veronderstellen
  5. zullen veronderstellen
  6. zullen veronderstellen
o.v.t.t.
  1. zou veronderstellen
  2. zou veronderstellen
  3. zou veronderstellen
  4. zouden veronderstellen
  5. zouden veronderstellen
  6. zouden veronderstellen
diversen
  1. veronderstel!
  2. veronderstelt!
  3. verondersteld
  4. veronderstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

veronderstellen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. veronderstellen
    la supposition

Vertaal Matrix voor veronderstellen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
supposition veronderstellen aannemen; beschuldiging; bewering; gissing; hypothese; inschatting; stelling; verdenking; vermoeden; veronderstelling; vooronderstellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
présumer aannemen; uitgaan van; veronderstellen ervan uitgaan; gissen; gissing maken; postuleren; raden; vooronderstellen
supposer aannemen; uitgaan van; veronderstellen aannemen; ervan uitgaan; geloven; gissen; gissing maken; raden

Wiktionary: veronderstellen

veronderstellen
verb
  1. een bepaalde aanname maken
veronderstellen
verb
  1. Poser une chose pour établie (sens général)
  2. Former une conjecture
  3. Former le préalable

Cross Translation:
FromToVia
veronderstellen présumer; présupposer; supposer assume — to suppose to be true
veronderstellen deviner guess — to reach an unqualified conclusion
veronderstellen imaginer imagine — (transitive) to assume
veronderstellen estimer; considérer reckon — to conclude, as by an enumeration and balancing of chances; hence, to think; to suppose
veronderstellen supposer suppose — theorize; hypothesize
veronderstellen supposer annehmen — eine Vermutung anstellen