Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verneuken (Nederlands) in het Frans
verneuken:
-
verneuken
escroquer; couillonner; tromper; tricher; duper; leurrer; rouler-
escroquer werkwoord (escroque, escroques, escroquons, escroquez, escroquent, escroquais, escroquait, escroquions, escroquiez, escroquaient, escroquai, escroquas, escroqua, escroquâmes, escroquâtes, escroquèrent, escroquerai, escroqueras, escroquera, escroquerons, escroquerez, escroqueront)
-
couillonner werkwoord (couillonne, couillonnes, couillonnons, couillonnez, couillonnent, couillonnais, couillonnait, couillonnions, couillonniez, couillonnaient, couillonnai, couillonnas, couillonna, couillonnâmes, couillonnâtes, couillonnèrent, couillonnerai, couillonneras, couillonnera, couillonnerons, couillonnerez, couillonneront)
-
tromper werkwoord (trompe, trompes, trompons, trompez, trompent, trompais, trompait, trompions, trompiez, trompaient, trompai, trompas, trompa, trompâmes, trompâtes, trompèrent, tromperai, tromperas, trompera, tromperons, tromperez, tromperont)
-
tricher werkwoord (triche, triches, trichons, trichez, trichent, trichais, trichait, trichions, trichiez, trichaient, trichai, trichas, tricha, trichâmes, trichâtes, trichèrent, tricherai, tricheras, trichera, tricherons, tricherez, tricheront)
-
duper werkwoord (dupe, dupes, dupons, dupez, dupent, dupais, dupait, dupions, dupiez, dupaient, dupai, dupas, dupa, dupâmes, dupâtes, dupèrent, duperai, duperas, dupera, duperons, duperez, duperont)
-
leurrer werkwoord (leurre, leurres, leurrons, leurrez, leurrent, leurrais, leurrait, leurrions, leurriez, leurraient, leurrai, leurras, leurra, leurrâmes, leurrâtes, leurrèrent, leurrerai, leurreras, leurrera, leurrerons, leurrerez, leurreront)
-
rouler werkwoord (roule, roules, roulons, roulez, roulent, roulais, roulait, roulions, rouliez, roulaient, roulai, roulas, roula, roulâmes, roulâtes, roulèrent, roulerai, rouleras, roulera, roulerons, roulerez, rouleront)
-
Conjugations for verneuken:
o.t.t.
- verneuk
- verneukt
- verneukt
- verneuken
- verneuken
- verneuken
o.v.t.
- verneukte
- verneukte
- verneukte
- verneukten
- verneukten
- verneukten
v.t.t.
- heb verneukt
- hebt verneukt
- heeft verneukt
- hebben verneukt
- hebben verneukt
- hebben verneukt
v.v.t.
- had verneukt
- had verneukt
- had verneukt
- hadden verneukt
- hadden verneukt
- hadden verneukt
o.t.t.t.
- zal verneuken
- zult verneuken
- zal verneuken
- zullen verneuken
- zullen verneuken
- zullen verneuken
o.v.t.t.
- zou verneuken
- zou verneuken
- zou verneuken
- zouden verneuken
- zouden verneuken
- zouden verneuken
diversen
- verneuk!
- verneukt!
- verneukt
- verneukend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verneuken:
Computer vertaling door derden: