Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vermogen (Nederlands) in het Frans
vermogen:
-
het vermogen (geldelijk vermogen)
-
het vermogen (capaciteit; kracht)
-
het vermogen (kracht; macht)
-
vermogen (in staat zijn; kunnen)
pouvoir; savoir; être capable de; savoir faire; être en état de; avoir le sens de-
pouvoir werkwoord (peux, peut, pouvons, pouvez, peuvent, pouvais, pouvait, pouvions, pouviez, pouvaient, pus, put, pûmes, pûtes, purent, pourrai, pourras, pourra, pourrons, pourrez, pourront)
-
savoir werkwoord (sais, sait, savons, savez, savent, savais, savait, savions, saviez, savaient, sus, sut, sûmes, sûtes, surent, saurai, sauras, saura, saurons, saurez, sauront)
-
être capable de werkwoord
-
savoir faire werkwoord
-
être en état de werkwoord
-
avoir le sens de werkwoord
-
Vertaal Matrix voor vermogen:
Verwante woorden van "vermogen":
Synoniemen voor "vermogen":
Verwante definities voor "vermogen":
Wiktionary: vermogen
vermogen
Cross Translation:
noun
vermogen
-
de kwaliteiten om iets te kunnen doen
- vermogen → puissance
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermogen | → capacité; pouvoir | ↔ ability — quality or state of being able |
• vermogen | → fortune | ↔ fortune — lots of riches |
• vermogen | → puissance | ↔ load — the electrical current or power delivered by a device |
• vermogen | → puissance | ↔ power — physics: measure of the rate of doing work or transferring energy |