Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verloren gaan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verloren gaan (Nederlands) in het Frans

verloren gaan:

verloren gaan werkwoord (ga verloren, gaat verloren, ging verloren, gingen verloren, verloren gegaan)

  1. verloren gaan (verliezen; kwijtraken; wegraken; erbij inschieten)
    perdre; se perdre; manquer; s'égarer
    • perdre werkwoord (perds, perd, perdons, perdez, )
    • se perdre werkwoord
    • manquer werkwoord (manque, manques, manquons, manquez, )
    • s'égarer werkwoord
  2. verloren gaan
    se perdre; être perdu; s'égarer

Conjugations for verloren gaan:

o.t.t.
  1. ga verloren
  2. gaat verloren
  3. gaat verloren
  4. gaan verloren
  5. gaan verloren
  6. gaan verloren
o.v.t.
  1. ging verloren
  2. ging verloren
  3. ging verloren
  4. gingen verloren
  5. gingen verloren
  6. gingen verloren
v.t.t.
  1. ben verloren gegaan
  2. bent verloren gegaan
  3. is verloren gegaan
  4. zijn verloren gegaan
  5. zijn verloren gegaan
  6. zijn verloren gegaan
v.v.t.
  1. was verloren gegaan
  2. was verloren gegaan
  3. was verloren gegaan
  4. waren verloren gegaan
  5. waren verloren gegaan
  6. waren verloren gegaan
o.t.t.t.
  1. zal verloren gaan
  2. zult verloren gaan
  3. zal verloren gaan
  4. zullen verloren gaan
  5. zullen verloren gaan
  6. zullen verloren gaan
o.v.t.t.
  1. zou verloren gaan
  2. zou verloren gaan
  3. zou verloren gaan
  4. zouden verloren gaan
  5. zouden verloren gaan
  6. zouden verloren gaan
diversen
  1. ga verloren!
  2. gaat verloren!
  3. verloren gegaan
  4. verloren gaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verloren gaan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manquer erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken afgaan; afwezig zijn; falen; floppen; gebrek hebben; in de puree lopen; knellen; mankeren; misgaan; mislopen; mislukken; missen; ontberen; ontbreken; over het hoofd zien; strak zitten; stranden; verkeerd lopen; vermissen; verzaken; verzuimen
perdre erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken afraken van; floepen; glippen; inzetten; kwijt raken; missen; onderspit delven; verbeuren; vergokken; vergooien; verliezen; vermissen; verspelen; verwedden; wedden; wegglippen; wegmaken; zoek maken; zoek raken; zoekmaken; zoekraken
s'égarer erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken de weg kwijtraken; dwalen; gedachteloos zijn; het spoor bijster raken; ontsporen; suffen; teloorgaan; verdwaald zijn; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; zoek raken
se perdre erbij inschieten; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken de weg kwijtraken; derailleren; ontsporen; spoor bijster raken; teloorgaan; uit het spoor raken; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; zoekraken
être perdu verloren gaan verdwaald zijn

Verwante vertalingen van verloren gaan