Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verkondigen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verkondigen (Nederlands) in het Frans

verkondigen:

verkondigen werkwoord (verkondig, verkondigt, verkondigde, verkondigden, verkondigd)

  1. verkondigen (een boodschap uitdragen; uitdragen)
    proclamer; transmettre; répandre
    • proclamer werkwoord (proclame, proclames, proclamons, proclamez, )
    • transmettre werkwoord (transmets, transmet, transmettons, transmettez, )
    • répandre werkwoord (répands, répand, répandons, répandez, )
  2. verkondigen (mening kenbaar maken)
    annoncer; donner son opinion
    • annoncer werkwoord (annonce, annonces, annonçons, annoncez, )
    • donner son opinion werkwoord

Conjugations for verkondigen:

o.t.t.
  1. verkondig
  2. verkondigt
  3. verkondigt
  4. verkondigen
  5. verkondigen
  6. verkondigen
o.v.t.
  1. verkondigde
  2. verkondigde
  3. verkondigde
  4. verkondigden
  5. verkondigden
  6. verkondigden
v.t.t.
  1. heb verkondigd
  2. hebt verkondigd
  3. heeft verkondigd
  4. hebben verkondigd
  5. hebben verkondigd
  6. hebben verkondigd
v.v.t.
  1. had verkondigd
  2. had verkondigd
  3. had verkondigd
  4. hadden verkondigd
  5. hadden verkondigd
  6. hadden verkondigd
o.t.t.t.
  1. zal verkondigen
  2. zult verkondigen
  3. zal verkondigen
  4. zullen verkondigen
  5. zullen verkondigen
  6. zullen verkondigen
o.v.t.t.
  1. zou verkondigen
  2. zou verkondigen
  3. zou verkondigen
  4. zouden verkondigen
  5. zouden verkondigen
  6. zouden verkondigen
diversen
  1. verkondig!
  2. verkondigt!
  3. verkondigd
  4. verkondigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verkondigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annoncer mening kenbaar maken; verkondigen aandienen; aankondigen; adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; berichten; decreteren; iets aankondigen; iets melden; in aantocht zijn; informeren; inlichten; meedelen; melden; namen afroepen; nieuwsberichten omroepen; omroepen; op de hoogte brengen; openbaar maken; openbaren; oplezen; ordonneren; per advertentie aanbieden; per advertentie aankondigen; publiceren; rapporteren; tippen; uitbazuinen; uitbrengen; van iets in kennis stellen; verordenen; verordineren; verslag uitbrengen; verwittigen; waarschuwen; zich aandienen; zich voordoen
donner son opinion mening kenbaar maken; verkondigen
proclamer een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; decreteren; namen afroepen; omroepen; openbaar maken; openbaren; oplezen; ordonneren; proclameren; publiceren; uitbazuinen; uitbrengen; verordenen; verordineren
répandre een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen afleggen; alom bekend maken; bezwijken; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; het onderspit delven; klaar leggen; rondbrieven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; rondvertellen; spreiden; tenondergaan; uitdelen; uitreiken; uitspreiden; uitstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; vergieten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verraden; verspreiden; verstrooien; vertellen; waaieren; zich verspreiden
transmettre een boodschap uitdragen; uitdragen; verkondigen aangeven; aanreiken; aansteken; afdragen; afgeven; besmetten; doen toekomen; doorgeven; doorspelen; doorsturen; doorvertellen; doorzenden; geven; iem. iets sturen; opsturen; overdragen aan; overgeven; overhandigen; overmaken; overzenden; posten; rondbrieven; rondvertellen; toesteken; toezenden; uitstrooien; uitzaaien; verder reiken; zenden

Wiktionary: verkondigen

verkondigen
Cross Translation:
FromToVia
verkondigen annoncer announce — to give public notice, or first notice of
verkondigen prêcher preach — Give a sermon
verkondigen déclarer pronounce — to officially declare
verkondigen annoncer verkünden — (transitiv) öffentlich sagen

Verwante vertalingen van verkondigen