Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verknippen (Nederlands) in het Frans
verknippen:
-
verknippen (versnipperen; snipperen)
fragmenter; morceler; couper en petits morceaux-
fragmenter werkwoord
-
morceler werkwoord (morcelle, morcelles, morcelons, morcelez, morcellent, morcelais, morcelait, morcelions, morceliez, morcelaient, morcelai, morcelas, morcela, morcelâmes, morcelâtes, morcelèrent, morcellerai, morcelleras, morcellera, morcellerons, morcellerez, morcelleront)
-
couper en petits morceaux werkwoord
-
-
verknippen (fout knippen; versnijden)
Conjugations for verknippen:
o.t.t.
- verknip
- verknipt
- verknipt
- verknippen
- verknippen
- verknippen
o.v.t.
- verknipte
- verknipte
- verknipte
- verknipten
- verknipten
- verknipten
v.t.t.
- heb verknipt
- hebt verknipt
- heeft verknipt
- hebben verknipt
- hebben verknipt
- hebben verknipt
v.v.t.
- had verknipt
- had verknipt
- had verknipt
- hadden verknipt
- hadden verknipt
- hadden verknipt
o.t.t.t.
- zal verknippen
- zult verknippen
- zal verknippen
- zullen verknippen
- zullen verknippen
- zullen verknippen
o.v.t.t.
- zou verknippen
- zou verknippen
- zou verknippen
- zouden verknippen
- zouden verknippen
- zouden verknippen
diversen
- verknip!
- verknipt!
- verknipt
- verknippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verknippen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abîmer en coupant | fout knippen; verknippen; versnijden | |
couper en petits morceaux | snipperen; verknippen; versnipperen | |
fragmenter | snipperen; verknippen; versnipperen | |
gâcher en coupant | fout knippen; verknippen; versnijden | |
morceler | snipperen; verknippen; versnipperen | brokkelen; kruimelen |