Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verkleed (Nederlands) in het Frans
verkleed:
Vertaal Matrix voor verkleed:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
couvert | bestek; couvert; dekmantel; eetgerei; enveloppe; maaltijdgang; omslag; wikkel | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
camouflé | verkapt; verkleed; vermomd | |
couvert | verkapt; verkleed; vermomd | afgedekt; bedekt; beteuterd; betrokken; bewolkt; gecovered; gedekt; gezekerd; onderhuids; overdekt; overkapt; sip; sluimerend; teleurgesteld; verborgen; verborgen aanwezig zijn; volgebouwd |
déguisé | verkapt; verkleed; vermomd | gemaskerd; in vermomming; incognito; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen |
verkleden:
-
verkleden (andere kleren aantrekken; omkleden)
se changer; déguiser; revêtir; changer d'habits-
se changer werkwoord
-
déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, déguisent, déguisais, déguisait, déguisions, déguisiez, déguisaient, déguisai, déguisas, déguisa, déguisâmes, déguisâtes, déguisèrent, déguiserai, déguiseras, déguisera, déguiserons, déguiserez, déguiseront)
-
revêtir werkwoord (revêts, revêt, revêtons, revêtez, revêtent, revêtais, revêtait, revêtions, revêtiez, revêtaient, revêtis, revêtit, revêtîmes, revêtîtes, revêtirent, revêtirai, revêtiras, revêtira, revêtirons, revêtirez, revêtiront)
-
changer d'habits werkwoord
-
-
verkleden (vermommen)
déguiser; masquer; camoufler-
déguiser werkwoord (déguise, déguises, déguisons, déguisez, déguisent, déguisais, déguisait, déguisions, déguisiez, déguisaient, déguisai, déguisas, déguisa, déguisâmes, déguisâtes, déguisèrent, déguiserai, déguiseras, déguisera, déguiserons, déguiserez, déguiseront)
-
masquer werkwoord (masque, masques, masquons, masquez, masquent, masquais, masquait, masquions, masquiez, masquaient, masquai, masquas, masqua, masquâmes, masquâtes, masquèrent, masquerai, masqueras, masquera, masquerons, masquerez, masqueront)
-
camoufler werkwoord (camoufle, camoufles, camouflons, camouflez, camouflent, camouflais, camouflait, camouflions, camoufliez, camouflaient, camouflai, camouflas, camoufla, camouflâmes, camouflâtes, camouflèrent, camouflerai, camoufleras, camouflera, camouflerons, camouflerez, camoufleront)
-
Conjugations for verkleden:
o.t.t.
- verkleed
- verkleedt
- verkleedt
- verkleden
- verkleden
- verkleden
o.v.t.
- verkleedde
- verkleedde
- verkleedde
- verkleedden
- verkleedden
- verkleedden
v.t.t.
- heb verkleed
- hebt verkleed
- heeft verkleed
- hebben verkleed
- hebben verkleed
- hebben verkleed
v.v.t.
- had verkleed
- had verkleed
- had verkleed
- hadden verkleed
- hadden verkleed
- hadden verkleed
o.t.t.t.
- zal verkleden
- zult verkleden
- zal verkleden
- zullen verkleden
- zullen verkleden
- zullen verkleden
o.v.t.t.
- zou verkleden
- zou verkleden
- zou verkleden
- zouden verkleden
- zouden verkleden
- zouden verkleden
diversen
- verkleed!
- verkleedt!
- verkleed
- verkledend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze