Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- verkennen:
-
Wiktionary:
- verkennen → reconnaitre
- verkennen → explorer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verkennen (Nederlands) in het Frans
verkennen:
-
verkennen (onderzoeken; aftasten)
explorer; reconnaître; prospecter; éclairer; examiner; fouiller-
explorer werkwoord (explore, explores, explorons, explorez, explorent, explorais, explorait, explorions, exploriez, exploraient, explorai, exploras, explora, explorâmes, explorâtes, explorèrent, explorerai, exploreras, explorera, explorerons, explorerez, exploreront)
-
reconnaître werkwoord (reconnais, reconnaît, reconnaissons, reconnaissez, reconnaissent, reconnaissais, reconnaissait, reconnaissions, reconnaissiez, reconnaissaient, reconnus, reconnut, reconnûmes, reconnûtes, reconnurent, reconnaîtrai, reconnaîtras, reconnaîtra, reconnaîtrons, reconnaîtrez, reconnaîtront)
-
prospecter werkwoord (prospecte, prospectes, prospectons, prospectez, prospectent, prospectais, prospectait, prospections, prospectiez, prospectaient, prospectai, prospectas, prospecta, prospectâmes, prospectâtes, prospectèrent, prospecterai, prospecteras, prospectera, prospecterons, prospecterez, prospecteront)
-
éclairer werkwoord (éclaire, éclaires, éclairons, éclairez, éclairent, éclairais, éclairait, éclairions, éclairiez, éclairaient, éclairai, éclairas, éclaira, éclairâmes, éclairâtes, éclairèrent, éclairerai, éclaireras, éclairera, éclairerons, éclairerez, éclaireront)
-
examiner werkwoord (examine, examines, examinons, examinez, examinent, examinais, examinait, examinions, examiniez, examinaient, examinai, examinas, examina, examinâmes, examinâtes, examinèrent, examinerai, examineras, examinera, examinerons, examinerez, examineront)
-
fouiller werkwoord (fouille, fouilles, fouillons, fouillez, fouillent, fouillais, fouillait, fouillions, fouilliez, fouillaient, fouillai, fouillas, fouilla, fouillâmes, fouillâtes, fouillèrent, fouillerai, fouilleras, fouillera, fouillerons, fouillerez, fouilleront)
-
Conjugations for verkennen:
o.t.t.
- verken
- verkent
- verkent
- verkennen
- verkennen
- verkennen
o.v.t.
- verkende
- verkende
- verkende
- verkenden
- verkenden
- verkenden
v.t.t.
- heb verkend
- hebt verkend
- heeft verkend
- hebben verkend
- hebben verkend
- hebben verkend
v.v.t.
- had verkend
- had verkend
- had verkend
- hadden verkend
- hadden verkend
- hadden verkend
o.t.t.t.
- zal verkennen
- zult verkennen
- zal verkennen
- zullen verkennen
- zullen verkennen
- zullen verkennen
o.v.t.t.
- zou verkennen
- zou verkennen
- zou verkennen
- zouden verkennen
- zouden verkennen
- zouden verkennen
diversen
- verken!
- verkent!
- verkend
- verkennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze