Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verhelen (Nederlands) in het Frans
verhelen:
-
verhelen (verzwijgen; achterhouden)
taire; celer; se taire de quelque chose; cacher; dissimuler; passer sous silence-
taire werkwoord (tais, tait, taisons, taisez, taisent, taisais, taisait, taisions, taisiez, taisaient, tus, tut, tûmes, tûtes, turent, tairai, tairas, taira, tairons, tairez, tairont)
-
celer werkwoord (cèle, cèles, celons, celez, cèlent, celais, celait, celions, celiez, celaient, celai, celas, cela, celâmes, celâtes, celèrent, cèlerai, cèleras, cèlera, cèlerons, cèlerez, cèleront)
-
se taire de quelque chose werkwoord
-
cacher werkwoord (cache, caches, cachons, cachez, cachent, cachais, cachait, cachions, cachiez, cachaient, cachai, cachas, cacha, cachâmes, cachâtes, cachèrent, cacherai, cacheras, cachera, cacherons, cacherez, cacheront)
-
dissimuler werkwoord (dissimule, dissimules, dissimulons, dissimulez, dissimulent, dissimulais, dissimulait, dissimulions, dissimuliez, dissimulaient, dissimulai, dissimulas, dissimula, dissimulâmes, dissimulâtes, dissimulèrent, dissimulerai, dissimuleras, dissimulera, dissimulerons, dissimulerez, dissimuleront)
-
passer sous silence werkwoord
-
Conjugations for verhelen:
o.t.t.
- verheel
- verheelt
- verheelt
- verhelen
- verhelen
- verhelen
o.v.t.
- verheelde
- verheelde
- verheelde
- verheelden
- verheelden
- verheelden
v.t.t.
- heb verheeld
- hebt verheeld
- heeft verheeld
- hebben verheeld
- hebben verheeld
- hebben verheeld
v.v.t.
- had verheeld
- had verheeld
- had verheeld
- hadden verheeld
- hadden verheeld
- hadden verheeld
o.t.t.t.
- zal verhelen
- zult verhelen
- zal verhelen
- zullen verhelen
- zullen verhelen
- zullen verhelen
o.v.t.t.
- zou verhelen
- zou verhelen
- zou verhelen
- zouden verhelen
- zouden verhelen
- zouden verhelen
diversen
- verheel!
- verheelt!
- verheeld
- verhelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze