Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verheffend (Nederlands) in het Frans

verheffend:

verheffend bijvoeglijk naamwoord

  1. verheffend (geestverheffend)
    enrichissant; édifiant
  2. verheffend (stichtelijk)
    édifiant; exemplaire; pieux; pieusement
  3. verheffend (klimmend; toenemend; stijgend; )
    montant; grimpant

Vertaal Matrix voor verheffend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exemplaire exemplaar; model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje
montant bedrag; geldsom; somma; totaal bedrag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enrichissant geestverheffend; verheffend informatief; instructief; leerrijk; leerzaam
exemplaire stichtelijk; verheffend braaf; deugdzaam; lief; modelmatig; voorbeeldig; zoet
grimpant klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend bovenwaarts; naar boven; naar hogere verdieping; opstijgend; stijgend
montant klimmend; omhooggaand; oplopend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend bergopwaarts; bovenwaarts; naar boven; naar boven toe; naar hogere verdieping; omhoog; op; opstijgend; stijgend
pieusement stichtelijk; verheffend devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; godzalig; goedgelovig; herderlijk; kerkelijk; met betrekking tot herders; naïef; religieus; vroom
pieux stichtelijk; verheffend devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; godzalig; goedgelovig; kerkelijk; naïef; religieus; vroom
édifiant geestverheffend; stichtelijk; verheffend

Wiktionary: verheffend

verheffend
adjective
  1. Qui édifier, qui porte à la vertu, à la piété par l’exemple ou par le discours.

verheffend vorm van verheffen:

verheffen werkwoord (verhef, verheft, verhief, verhieven, verheven)

  1. verheffen (opstaan; gaan staan; omhoogkomen)
    se lever; lever; se mettre debout; relever; se dresser; monter; dresser; s'élever
    • se lever werkwoord
    • lever werkwoord (lève, lèves, levons, levez, )
    • se mettre debout werkwoord
    • relever werkwoord (relève, relèves, relevons, relevez, )
    • se dresser werkwoord
    • monter werkwoord (monte, montes, montons, montez, )
    • dresser werkwoord (dresse, dresses, dressons, dressez, )
    • s'élever werkwoord

Conjugations for verheffen:

o.t.t.
  1. verhef
  2. verheft
  3. verheft
  4. verheffen
  5. verheffen
  6. verheffen
o.v.t.
  1. verhief
  2. verhief
  3. verhief
  4. verhieven
  5. verhieven
  6. verhieven
v.t.t.
  1. heb verheven
  2. hebt verheven
  3. heeft verheven
  4. hebben verheven
  5. hebben verheven
  6. hebben verheven
v.v.t.
  1. had verheven
  2. had verheven
  3. had verheven
  4. hadden verheven
  5. hadden verheven
  6. hadden verheven
o.t.t.t.
  1. zal verheffen
  2. zult verheffen
  3. zal verheffen
  4. zullen verheffen
  5. zullen verheffen
  6. zullen verheffen
o.v.t.t.
  1. zou verheffen
  2. zou verheffen
  3. zou verheffen
  4. zouden verheffen
  5. zouden verheffen
  6. zouden verheffen
diversen
  1. verhef!
  2. verheft!
  3. verheven
  4. verheffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verheffen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verheffen (verering; eerbiedigen; aanbidden; verheerlijking; eerbied)
    le respect; la vénération; l'égard; l'hommage; le culte; l'adoration; la considération; l'estime; la déférence; le culte divin

Vertaal Matrix voor verheffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adoration aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanbidding; eer; hulde; prijzen; roemen; verafgoding; verering; verheerlijken
considération aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanzien; achtbaarheid; achting; afwegen; afweging; beraad; bespiegeling; eerbied; eerbiediging; gepeins; hoogachting; inachtneming; meditatie; niveau; ontzag; ontzien; overdenking; overdenking met commentaar; overpeinzing; overwegen; overweging; prestige; respect; status; waardering
culte aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen confessie; cultus; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; godsdienst; godsverering; kerkdienst; prijzen; religie; roemen; verheerlijken
culte divin aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen godsverering
déférence aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; eerbied; ontzag; respect
estime aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; ontzien; respect; waardering
hommage aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen eer; eerbetoon; eerbewijs; hulde; huldebetoon; huldeblijk; huldiging; prijs; prijzen; roemen; verering; verheerlijken
monter klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
respect aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; eerbied; eerbiediging; ere; hoogachting; inachtneming; ontzag; ontzien; respect; waardering
s'élever klimmen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging
vénération aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen aanbidding; achting; eer; eerbied; eerbiediging; hulde; ontzag; ontzien; prijzen; respect; roemen; verering; verheerlijken
égard aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen achting; aspect; eerbied; eerbiediging; facet; hoogachting; ontzag; ontzien; opzicht; respect; waardering
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dresser gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen aanbrengen; aanleggen; arrangeren; bouwen; construeren; funderen; gronden; grondvesten; hoger worden; iets op touw zetten; installeren; instellen; invoeren; monteren en aansluiten; omhoogbrengen; omhoogkomen; oprichten; opstijgen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; plaatsen; rechtop zetten; regelen; stichten; temmen
lever gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen aanwassen; afhalen; afnemen; bliksemen; expanderen; heffen; hieuwen; hieven; hijsen; in de hoogte steken; lichten; meenemen; met een spil omhoogwerken; met een takel ophijsen; naar boven tillen; naar boven trekken; nullificeren; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoog rukken; omhoog trekken; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogrukken; omhoogsteken; omhoogstijgen; ondervangen; openen; ophalen; opheffen; ophijsen; optillen; opzwellen; rijzen; stijgen; takelen; teniet doen; tillen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; verijdelen; vermeerderen; vernietigen; verruimen; verwijden; weerlichten; weghalen; wegnemen; zwellen
monter gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen assembleren; beklimmen; bestijgen; bevorderd worden; ensceneren; gaan staan; heffen; hogerop komen; in elkaar zetten; in scene zetten; jezelf opwerken; klimmen; koppelen; lichten; monteren; naar boven brengen; naar boven dragen; naar boven gaan; naar boven klimmen; naar boven stappen; naar boven tillen; naar boven trekken; omhoog brengen; omhoog gaan; omhoog rukken; omhoog trekken; omhoogdragen; omhooggaan; omhoogheffen; omhoogklimmen; omhoogkomen; omhooglopen; omhoogrijzen; omhoogrukken; omhoogstappen; omhoogstijgen; opgaan; opheffen; opklauteren; opklimmen; oprijden; oprijzen; opstaan; opstijgen; optillen; opvliegen; opwaarts dragen; opwaarts gaan; opwaarts rijden; opwerken; paardrijden; rijzen; stijgen; tillen; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; vooruitkomen; zich opwerken
relever gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen hoger maken; hooghouden; in de hoogte houden; loshalen; naar buiten halen; omhooghalen; omhooghouden; ophalen; ophogen; ophouden; opkalefateren; opklappen; opknappen; oplappen; oprollen; opstropen; opvijzelen; uithalen; verhogen
s'élever gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen aanwassen; de hoogte ingaan; erop vooruit gaan; gaan staan; hoger worden; in de lucht omhoogstijgen; naar boven tillen; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogheffen; omhoogkomen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; oprijzen; opstaan; opstijgen; opstuiven; opvliegen; rijzen; stijgen; vooruitkomen; vorderen
se dresser gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen de hoogte ingaan; gaan staan; in de lucht omhoogstijgen; omhoogrijzen; oprijzen; opstaan; opstijgen; rijzen; stijgen
se lever gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen gaan staan; licht worden; lichten; omhoogrijzen; oprijzen; opstaan; overeind komen; rijzen
se mettre debout gaan staan; omhoogkomen; opstaan; verheffen overeind komen

Wiktionary: verheffen

verheffen
verb
  1. Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était.
  2. lever à une faible hauteur.
  3. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
verheffen ériger rear — to lift, raise etc. physically
verheffen ériger rear — to lift spiritually