Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verfijnd (Nederlands) in het Frans
verfijnd:
-
verfijnd (modieuze verfijning; esthetisch; stijlvol; elegant; chic; smaakvol)
chic; distingué; de goût; élégant; esthétique; gracieux; soigné; avec élégance; avec classe; du meilleur goût; gracieusement; esthétiquement; de bon goût; avec grâce; d'un bon style-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
distingué bijvoeglijk naamwoord
-
de goût bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
esthétique bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigné bijvoeglijk naamwoord
-
avec élégance bijvoeglijk naamwoord
-
avec classe bijvoeglijk naamwoord
-
du meilleur goût bijvoeglijk naamwoord
-
gracieusement bijvoeglijk naamwoord
-
esthétiquement bijvoeglijk naamwoord
-
de bon goût bijvoeglijk naamwoord
-
avec grâce bijvoeglijk naamwoord
-
d'un bon style bijvoeglijk naamwoord
-
-
verfijnd (smaakvol; esthetisch; elegant; geraffineerd; chic; stijlvol)
raffiné; gracieux; chic; de goût; élégant; avec élégance; avec classe; avec grâce; de bon goût; d'un bon style-
raffiné bijvoeglijk naamwoord
-
gracieux bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
de goût bijvoeglijk naamwoord
-
élégant bijvoeglijk naamwoord
-
avec élégance bijvoeglijk naamwoord
-
avec classe bijvoeglijk naamwoord
-
avec grâce bijvoeglijk naamwoord
-
de bon goût bijvoeglijk naamwoord
-
d'un bon style bijvoeglijk naamwoord
-
-
verfijnd (fijntjes; fijnzinnig)
Vertaal Matrix voor verfijnd:
Verwante woorden van "verfijnd":
verfijnd vorm van verfijnen:
-
verfijnen (veredelen)
raffiner; affiner; améliorer; perfectionner; épurer; ennoblir-
raffiner werkwoord (raffine, raffines, raffinons, raffinez, raffinent, raffinais, raffinait, raffinions, raffiniez, raffinaient, raffinai, raffinas, raffina, raffinâmes, raffinâtes, raffinèrent, raffinerai, raffineras, raffinera, raffinerons, raffinerez, raffineront)
-
affiner werkwoord (affine, affines, affinons, affinez, affinent, affinais, affinait, affinions, affiniez, affinaient, affinai, affinas, affina, affinâmes, affinâtes, affinèrent, affinerai, affineras, affinera, affinerons, affinerez, affineront)
-
améliorer werkwoord (améliore, améliores, améliorons, améliorez, améliorent, améliorais, améliorait, améliorions, amélioriez, amélioraient, améliorai, amélioras, améliora, améliorâmes, améliorâtes, améliorèrent, améliorerai, amélioreras, améliorera, améliorerons, améliorerez, amélioreront)
-
perfectionner werkwoord (perfectionne, perfectionnes, perfectionnons, perfectionnez, perfectionnent, perfectionnais, perfectionnait, perfectionnions, perfectionniez, perfectionnaient, perfectionnai, perfectionnas, perfectionna, perfectionnâmes, perfectionnâtes, perfectionnèrent, perfectionnerai, perfectionneras, perfectionnera, perfectionnerons, perfectionnerez, perfectionneront)
-
épurer werkwoord (épure, épures, épurons, épurez, épurent, épurais, épurait, épurions, épuriez, épuraient, épurai, épuras, épura, épurâmes, épurâtes, épurèrent, épurerai, épureras, épurera, épurerons, épurerez, épureront)
-
ennoblir werkwoord (ennoblis, ennoblit, ennoblissons, ennoblissez, ennoblissent, ennoblissais, ennoblissait, ennoblissions, ennoblissiez, ennoblissaient, ennoblîmes, ennoblîtes, ennoblirent, ennoblirai, ennobliras, ennoblira, ennoblirons, ennoblirez, ennobliront)
-
Conjugations for verfijnen:
o.t.t.
- verfijn
- verfijnt
- verfijnt
- verfijnen
- verfijnen
- verfijnen
o.v.t.
- verfijnde
- verfijnde
- verfijnde
- verfijnden
- verfijnden
- verfijnden
v.t.t.
- heb verfijnd
- hebt verfijnd
- heeft verfijnd
- hebben verfijnd
- hebben verfijnd
- hebben verfijnd
v.v.t.
- had verfijnd
- had verfijnd
- had verfijnd
- hadden verfijnd
- hadden verfijnd
- hadden verfijnd
o.t.t.t.
- zal verfijnen
- zult verfijnen
- zal verfijnen
- zullen verfijnen
- zullen verfijnen
- zullen verfijnen
o.v.t.t.
- zou verfijnen
- zou verfijnen
- zou verfijnen
- zouden verfijnen
- zouden verfijnen
- zouden verfijnen
diversen
- verfijn!
- verfijnt!
- verfijnd
- verfijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze