Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adoration
|
aanbidden; eer; eerbied; eerbiedigen; hulde; verering; verheerlijking; verheffen
|
aanbidding; prijzen; roemen; verafgoding; verheerlijken
|
considération
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
aanzien; achtbaarheid; achting; afwegen; afweging; beraad; bespiegeling; eerbied; eerbiediging; gepeins; hoogachting; inachtneming; meditatie; niveau; ontzag; ontzien; overdenking; overdenking met commentaar; overpeinzing; overwegen; overweging; prestige; respect; status; waardering
|
culte
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
confessie; cultus; geloof; geloofsovertuiging; gezindheid; gezindte; godsdienst; godsverering; kerkdienst; prijzen; religie; roemen; verheerlijken
|
culte divin
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
godsverering
|
déférence
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
achting; eerbied; ontzag; respect
|
estime
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
achting; eerbied; eerbiediging; hoogachting; ontzag; ontzien; respect; waardering
|
hommage
|
aanbidden; eer; eerbied; eerbiedigen; hulde; verering; verheerlijking; verheffen
|
eerbetoon; eerbewijs; huldebetoon; huldeblijk; huldiging; prijs; prijzen; roemen; verheerlijken
|
respect
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
achting; eerbied; eerbiediging; ere; hoogachting; inachtneming; ontzag; ontzien; respect; waardering
|
vénération
|
aanbidden; eer; eerbied; eerbiedigen; hulde; verering; verheerlijking; verheffen
|
aanbidding; achting; eerbied; eerbiediging; ontzag; ontzien; prijzen; respect; roemen; verheerlijken
|
égard
|
aanbidden; eerbied; eerbiedigen; verering; verheerlijking; verheffen
|
achting; aspect; eerbied; eerbiediging; facet; hoogachting; ontzag; ontzien; opzicht; respect; waardering
|