Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vereenzelvigen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vereenzelvigen (Nederlands) in het Frans

vereenzelvigen:

vereenzelvigen werkwoord (vereenzelvig, vereenzelvigt, vereenzelvigde, vereenzelvigden, vereenzelvigd)

  1. vereenzelvigen
  2. vereenzelvigen (identificeren)
    identifier
    • identifier werkwoord (identifie, identifies, identifions, identifiez, )

Conjugations for vereenzelvigen:

o.t.t.
  1. vereenzelvig
  2. vereenzelvigt
  3. vereenzelvigt
  4. vereenzelvigen
  5. vereenzelvigen
  6. vereenzelvigen
o.v.t.
  1. vereenzelvigde
  2. vereenzelvigde
  3. vereenzelvigde
  4. vereenzelvigden
  5. vereenzelvigden
  6. vereenzelvigden
v.t.t.
  1. heb vereenzelvigd
  2. hebt vereenzelvigd
  3. heeft vereenzelvigd
  4. hebben vereenzelvigd
  5. hebben vereenzelvigd
  6. hebben vereenzelvigd
v.v.t.
  1. had vereenzelvigd
  2. had vereenzelvigd
  3. had vereenzelvigd
  4. hadden vereenzelvigd
  5. hadden vereenzelvigd
  6. hadden vereenzelvigd
o.t.t.t.
  1. zal vereenzelvigen
  2. zult vereenzelvigen
  3. zal vereenzelvigen
  4. zullen vereenzelvigen
  5. zullen vereenzelvigen
  6. zullen vereenzelvigen
o.v.t.t.
  1. zou vereenzelvigen
  2. zou vereenzelvigen
  3. zou vereenzelvigen
  4. zouden vereenzelvigen
  5. zouden vereenzelvigen
  6. zouden vereenzelvigen
diversen
  1. vereenzelvig!
  2. vereenzelvigt!
  3. vereenzelvigd
  4. vereenzelvigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vereenzelvigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
identifier identificeren; vereenzelvigen bepalen; determineren; identificeren; identiteit vaststellen; legitimeren; vaststellen
identifier à vereenzelvigen