Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- vereenvoudigd:
- vereenvoudigen:
-
Wiktionary:
- vereenvoudigen → abaisser, réduire
- vereenvoudigen → simplifier
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vereenvoudigd (Nederlands) in het Frans
vereenvoudigd:
-
vereenvoudigd (versoberd)
Vertaal Matrix voor vereenvoudigd:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
réduit | hokje | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
modéré | vereenvoudigd; versoberd | bescheiden; discreet; discrete; doorsnee; eenvoudig; gematigd; gemiddeld; getemperd; ingetogen; kies; matig; medium; middelmatig; modaal; moderaat; sober; stemmig |
réduit | vereenvoudigd; versoberd | aan een kant beschrijfbaar; begrensd; beknopt; bekort; beperkt; eenzijdig; geborneerd; gelimiteerd; geringer gemaakt; herleid; ingekort; ingekrompen; ingeslonken; verkort; verminderd |
simplifié | vereenvoudigd; versoberd | kortzichtig; ongenuanceerd |
vereenvoudigd vorm van vereenvoudigen:
vereenvoudigen werkwoord (vereenvoudig, vereenvoudigt, vereenvoudigde, vereenvoudigden, vereenvoudigd)
-
vereenvoudigen (vergemakkelijken; simplificeren; bemakkelijken; versoberen)
faciliter; simplifier-
faciliter werkwoord (facilite, facilites, facilitons, facilitez, facilitent, facilitais, facilitait, facilitions, facilitiez, facilitaient, facilitai, facilitas, facilita, facilitâmes, facilitâtes, facilitèrent, faciliterai, faciliteras, facilitera, faciliterons, faciliterez, faciliteront)
-
simplifier werkwoord (simplifie, simplifies, simplifions, simplifiez, simplifient, simplifiais, simplifiait, simplifiions, simplifiiez, simplifiaient, simplifiai, simplifias, simplifia, simplifiâmes, simplifiâtes, simplifièrent, simplifierai, simplifieras, simplifiera, simplifierons, simplifierez, simplifieront)
-
Conjugations for vereenvoudigen:
o.t.t.
- vereenvoudig
- vereenvoudigt
- vereenvoudigt
- vereenvoudigen
- vereenvoudigen
- vereenvoudigen
o.v.t.
- vereenvoudigde
- vereenvoudigde
- vereenvoudigde
- vereenvoudigden
- vereenvoudigden
- vereenvoudigden
v.t.t.
- heb vereenvoudigd
- hebt vereenvoudigd
- heeft vereenvoudigd
- hebben vereenvoudigd
- hebben vereenvoudigd
- hebben vereenvoudigd
v.v.t.
- had vereenvoudigd
- had vereenvoudigd
- had vereenvoudigd
- hadden vereenvoudigd
- hadden vereenvoudigd
- hadden vereenvoudigd
o.t.t.t.
- zal vereenvoudigen
- zult vereenvoudigen
- zal vereenvoudigen
- zullen vereenvoudigen
- zullen vereenvoudigen
- zullen vereenvoudigen
o.v.t.t.
- zou vereenvoudigen
- zou vereenvoudigen
- zou vereenvoudigen
- zouden vereenvoudigen
- zouden vereenvoudigen
- zouden vereenvoudigen
diversen
- vereenvoudig!
- vereenvoudigt!
- vereenvoudigd
- vereenvoudigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vereenvoudigen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
faciliter | bemakkelijken; simplificeren; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen | aanmoedigen |
simplifier | bemakkelijken; simplificeren; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen | stroomlijnen |
Wiktionary: vereenvoudigen
vereenvoudigen
Cross Translation:
verb
-
Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
- abaisser → in discrediet brengen; herleiden; inkrimpen; reduceren; vereenvoudigen; zetten; ruïneren; te gronde richten; ten val brengen; verderven; aflaten; laten zakken; neerhalen; inkorten; verminderen; kleineren; afbreken; afgeven op; afkammen; trekken; een streep trekken; neerlaten; strijken; vellen; afdraaien; verlagen; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen
-
restreindre, diminuer, ou faire diminuer.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vereenvoudigen | → simplifier | ↔ simplify — to make simpler |