Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verdichten (Nederlands) in het Frans
verdichten:
-
verdichten (verzinnen; bedenken; uitdenken; fantaseren; voorwenden)
imaginer; tramer; fabuler-
imaginer werkwoord (imagine, imagines, imaginons, imaginez, imaginent, imaginais, imaginait, imaginions, imaginiez, imaginaient, imaginai, imaginas, imagina, imaginâmes, imaginâtes, imaginèrent, imaginerai, imagineras, imaginera, imaginerons, imaginerez, imagineront)
-
tramer werkwoord (trame, trames, tramons, tramez, trament, tramais, tramait, tramions, tramiez, tramaient, tramai, tramas, trama, tramâmes, tramâtes, tramèrent, tramerai, trameras, tramera, tramerons, tramerez, trameront)
-
fabuler werkwoord (fabule, fabules, fabulons, fabulez, fabulent, fabulais, fabulait, fabulions, fabuliez, fabulaient, fabulai, fabulas, fabula, fabulâmes, fabulâtes, fabulèrent, fabulerai, fabuleras, fabulera, fabulerons, fabulerez, fabuleront)
-
Conjugations for verdichten:
o.t.t.
- verdicht
- verdicht
- verdicht
- verdichten
- verdichten
- verdichten
o.v.t.
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtte
- verdichtten
- verdichtten
- verdichtten
v.t.t.
- heb verdicht
- hebt verdicht
- heeft verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
- hebben verdicht
v.v.t.
- had verdicht
- had verdicht
- had verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
- hadden verdicht
o.t.t.t.
- zal verdichten
- zult verdichten
- zal verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
- zullen verdichten
o.v.t.t.
- zou verdichten
- zou verdichten
- zou verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
- zouden verdichten
diversen
- verdicht!
- verdicht!
- verdicht
- verdichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verdichten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fabuler | bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden | jokken; liegen |
imaginer | bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden | beramen; plannen; ramen; schatten; taxeren; uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen |
tramer | bedenken; fantaseren; uitdenken; verdichten; verzinnen; voorwenden | bedenken; beramen; plan beramen; plannen; ramen; rasteren; schatten; taxeren; verzinnen; zinnen |
Wiktionary: verdichten
verdichten
Cross Translation:
verb
-
Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général).
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdichten | → comprimer | ↔ compress — to press together into a smaller space |
• verdichten | → condenser | ↔ condense — to decrease size or volume |