Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- verbluft:
- verbluffen:
-
Wiktionary:
- verbluft → stupéfait
- verbluft → déconcerté
- verbluffen → abasourdir, consterner, stupéfier, ébahir
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verbluft (Nederlands) in het Frans
verbluft:
-
verbluft (met de mond vol tanden; verbaasd; sprakeloos; verbijsterd; verwonderd; verstomd; met open mond)
étonné; surpris; stupéfait; perplexe; décontenancé; avec étonnement; bouche bée; interdit; ahuri; hébété; déconcerté; étourdi; ébahi; d'un air surpris-
étonné bijvoeglijk naamwoord
-
surpris bijvoeglijk naamwoord
-
stupéfait bijvoeglijk naamwoord
-
perplexe bijvoeglijk naamwoord
-
décontenancé bijvoeglijk naamwoord
-
avec étonnement bijvoeglijk naamwoord
-
bouche bée bijvoeglijk naamwoord
-
interdit bijvoeglijk naamwoord
-
ahuri bijvoeglijk naamwoord
-
hébété bijvoeglijk naamwoord
-
déconcerté bijvoeglijk naamwoord
-
étourdi bijvoeglijk naamwoord
-
ébahi bijvoeglijk naamwoord
-
d'un air surpris bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verbluft:
verbluft vorm van verbluffen:
-
verbluffen (overdonderen)
impressioner; stupéfier; époustoufler; ébahir; estomaquer; interloquer-
impressioner werkwoord
-
stupéfier werkwoord
-
époustoufler werkwoord (époustoufle, époustoufles, époustouflons, époustouflez, époustouflent, époustouflais, époustouflait, époustouflions, époustoufliez, époustouflaient, époustouflai, époustouflas, époustoufla, époustouflâmes, époustouflâtes, époustouflèrent, époustouflerai, époustoufleras, époustouflera, époustouflerons, époustouflerez, époustoufleront)
-
ébahir werkwoord
-
estomaquer werkwoord
-
interloquer werkwoord
-
Conjugations for verbluffen:
o.t.t.
- verbluf
- verbluft
- verbluft
- verbluffen
- verbluffen
- verbluffen
o.v.t.
- verblufte
- verblufte
- verblufte
- verbluften
- verbluften
- verbluften
v.t.t.
- heb verbluft
- hebt verbluft
- heeft verbluft
- hebben verbluft
- hebben verbluft
- hebben verbluft
v.v.t.
- had verbluft
- had verbluft
- had verbluft
- hadden verbluft
- hadden verbluft
- hadden verbluft
o.t.t.t.
- zal verbluffen
- zult verbluffen
- zal verbluffen
- zullen verbluffen
- zullen verbluffen
- zullen verbluffen
o.v.t.t.
- zou verbluffen
- zou verbluffen
- zou verbluffen
- zouden verbluffen
- zouden verbluffen
- zouden verbluffen
diversen
- verbluf!
- verbluft!
- verbluft
- verbluffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verbluffen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
estomaquer | overdonderen; verbluffen | |
impressioner | overdonderen; verbluffen | |
interloquer | overdonderen; verbluffen | |
stupéfier | overdonderen; verbluffen | |
ébahir | overdonderen; verbluffen | |
époustoufler | overdonderen; verbluffen |