Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vendelzwaaien (Nederlands) in het Frans
vendelzwaaien:
-
vendelzwaaien
vendelzwaaien werkwoord (zwaai vendel, zwaait vendel, zwaaide vendel, zwaaiden vendel, vendel gezwaaid)
-
vendelzwaaien (vlaggen)
Conjugations for vendelzwaaien:
o.t.t.
- zwaai vendel
- zwaait vendel
- zwaait vendel
- zwaaien vendel
- zwaaien vendel
- zwaaien vendel
o.v.t.
- zwaaide vendel
- zwaaide vendel
- zwaaide vendel
- zwaaiden vendel
- zwaaiden vendel
- zwaaiden vendel
v.t.t.
- heb vendel gezwaaid
- hebt vendel gezwaaid
- heeft vendel gezwaaid
- hebben vendel gezwaaid
- hebben vendel gezwaaid
- hebben vendel gezwaaid
v.v.t.
- had vendel gezwaaid
- had vendel gezwaaid
- had vendel gezwaaid
- hadden vendel gezwaaid
- hadden vendel gezwaaid
- hadden vendel gezwaaid
o.t.t.t.
- zal vendelzwaaien
- zult vendelzwaaien
- zal vendelzwaaien
- zullen vendelzwaaien
- zullen vendelzwaaien
- zullen vendelzwaaien
o.v.t.t.
- zou vendelzwaaien
- zou vendelzwaaien
- zou vendelzwaaien
- zouden vendelzwaaien
- zouden vendelzwaaien
- zouden vendelzwaaien
diversen
- zwaai vendel!
- zwaait vendel!
- vendel gezwaaid
- vendelzwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vendelzwaaien:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| déployement du drapeau | vendelzwaaien | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| agiter le drapeau | vendelzwaaien; vlaggen | |
| déployer le drapeau | vendelzwaaien; vlaggen |