Veerkracht in het Frans vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

veerkracht:
- résistance; endurance; énergie; élasticité; savoir encaisser; extensibilité; force expansive
Wiktionary:
- veerkracht → résilience
- veerkracht → résilience

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veerkracht (Nederlands) in het Frans

de veerkracht (incasseringsvermogen; weerstand; weerstandsvermogen)
la résistance; l'endurance; l'énergie; l'élasticité; le savoir encaisser
- résistance [la ~] zelfstandig naamwoord
- endurance [la ~] zelfstandig naamwoord
- énergie [le ~] zelfstandig naamwoord
- élasticité [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir encaisser [le ~] zelfstandig naamwoord
de veerkracht (rekbaarheid; rek)
l'extensibilité; l'élasticité
- extensibilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- élasticité [la ~] zelfstandig naamwoord
de veerkracht (rek; spankracht)
l'élasticité; l'extensibilité; la force expansive
- élasticité [la ~] zelfstandig naamwoord
- extensibilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- force expansive [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
endurance	incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen	taaiheid; uithoudingsvermogen
extensibilité	rek; rekbaarheid; spankracht; veerkracht	schaalbaarheid
force expansive	rek; spankracht; veerkracht	uitzettingsvermogen
résistance	incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen	afweer; afweren; bedenking; bestand zijn; bestendigheid; bezwaar; illegaliteit; ondergronds verzet; onwettigheid; opstand; rebellie; sabotage; taaiheid; tegendruk; tegengewicht; tegenstand; tegenwerking; tegenwicht; uithoudingsvermogen; verdedigen; verweren; verzet; verzetsbeweging; weerstand; weren
savoir encaisser	incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen
élasticité	incasseringsvermogen; rek; rekbaarheid; spankracht; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen	elasticiteit
énergie	incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen	aandrift; animo; arbeidskracht; arbeidsvermogen; belangstelling; daadkracht; daadkrachtigheid; doortastendheid; dynamiek; electrische stroom; energie; esprit; fascinatie; felheid; fiksheid; fut; geboeidheid; interesse; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; manhaftigheid; momentum; pittigheid; puf; sterkte; stroom; werkkracht; werklust; werkvermogen; werkzaamheid; zin

veerkracht

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• veerkracht	→ résilience	↔ resilience — the physical property of material that can resume its shape after being stretched or deformed; elasticity