Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- van plan zijn:
-
Wiktionary:
- van plan zijn → avoir l'intention
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor van plan zijn (Nederlands) in het Frans
van plan zijn:
van plan zijn werkwoord (ben van plan, bent van plan, was van plan, waren van plan, van plan geweest)
-
van plan zijn
avoir en vue; compter faire; avoir l'intention de-
avoir en vue werkwoord
-
compter faire werkwoord
-
avoir l'intention de werkwoord
-
-
van plan zijn (voorhebben)
avoir en vue; projeter; avoir l'intention de-
avoir en vue werkwoord
-
projeter werkwoord (projette, projettes, projetons, projetez, projettent, projetais, projetait, projetions, projetiez, projetaient, projetai, projetas, projeta, projetâmes, projetâtes, projetèrent, projetterai, projetteras, projettera, projetterons, projetterez, projetteront)
-
avoir l'intention de werkwoord
-
Conjugations for van plan zijn:
o.t.t.
- ben van plan
- bent van plan
- bent van plan
- zijn van plan
- zijn van plan
- zijn van plan
o.v.t.
- was van plan
- was van plan
- was van plan
- waren van plan
- waren van plan
- waren van plan
v.t.t.
- ben van plan geweest
- bent van plan geweest
- is van plan geweest
- zijn van plan geweest
- zijn van plan geweest
- zijn van plan geweest
v.v.t.
- was van plan geweest
- was van plan geweest
- was van plan geweest
- waren van plan geweest
- waren van plan geweest
- waren van plan geweest
o.t.t.t.
- zal van plan zijn
- zult van plan zijn
- zal van plan zijn
- zullen van plan zijn
- zullen van plan zijn
- zullen van plan zijn
o.v.t.t.
- zou van plan zijn
- zou van plan zijn
- zou van plan zijn
- zouden van plan zijn
- zouden van plan zijn
- zouden van plan zijn
diversen
- ben van plan!
- bent van plan!
- van plan geweest
- van plan zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor van plan zijn:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avoir en vue | van plan zijn; voorhebben | aansturen op; bedoelen; beogen; doel beogen; ergens iets mee willen zeggen; ten doel hebben; viseren |
avoir l'intention de | van plan zijn; voorhebben | voornemen |
compter faire | van plan zijn | |
projeter | van plan zijn; voorhebben | afdraaien; bedenken; beramen; plan beramen; plannen; projecteren; verzinnen; zinnen |
Wiktionary: van plan zijn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• van plan zijn | → avoir l'intention | ↔ mean — to intend; plan on doing |
• van plan zijn | → avoir l'intention | ↔ purport — to intend |