Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitstorten (Nederlands) in het Frans
uitstorten:
-
uitstorten (gieten; schenken)
déverser; verser; vider; arroser-
déverser werkwoord (déverse, déverses, déversons, déversez, déversent, déversais, déversait, déversions, déversiez, déversaient, déversai, déversas, déversa, déversâmes, déversâtes, déversèrent, déverserai, déverseras, déversera, déverserons, déverserez, déverseront)
-
verser werkwoord (verse, verses, versons, versez, versent, versais, versait, versions, versiez, versaient, versai, versas, versa, versâmes, versâtes, versèrent, verserai, verseras, versera, verserons, verserez, verseront)
-
vider werkwoord (vide, vides, vidons, videz, vident, vidais, vidait, vidions, vidiez, vidaient, vidai, vidas, vida, vidâmes, vidâtes, vidèrent, viderai, videras, videra, viderons, viderez, videront)
-
arroser werkwoord (arrose, arroses, arrosons, arrosez, arrosent, arrosais, arrosait, arrosions, arrosiez, arrosaient, arrosai, arrosas, arrosa, arrosâmes, arrosâtes, arrosèrent, arroserai, arroseras, arrosera, arroserons, arroserez, arroseront)
-
Conjugations for uitstorten:
o.t.t.
- stort uit
- stort uit
- stort uit
- storten uit
- storten uit
- storten uit
o.v.t.
- stortte uit
- stortte uit
- stortte uit
- stortten uit
- stortten uit
- stortten uit
v.t.t.
- heb uitgestort
- hebt uitgestort
- heeft uitgestort
- hebben uitgestort
- hebben uitgestort
- hebben uitgestort
v.v.t.
- had uitgestort
- had uitgestort
- had uitgestort
- hadden uitgestort
- hadden uitgestort
- hadden uitgestort
o.t.t.t.
- zal uitstorten
- zult uitstorten
- zal uitstorten
- zullen uitstorten
- zullen uitstorten
- zullen uitstorten
o.v.t.t.
- zou uitstorten
- zou uitstorten
- zou uitstorten
- zouden uitstorten
- zouden uitstorten
- zouden uitstorten
en verder
- ben uitgestort
- bent uitgestort
- is uitgestort
- zijn uitgestort
- zijn uitgestort
- zijn uitgestort
diversen
- stort uit!
- stort uit!
- uitgestort
- uitstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitstorten:
Wiktionary: uitstorten
uitstorten
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitstorten | → verser | ↔ pour — to cause to flow in a stream |