Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blanc
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
|
crevasse
|
barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; spleet; split; tussenruimte; uitsparing
|
barst; bergkloof; bergkloven; bergspleet; breuk; gleuf; kier; kloof; kloven; krak; opening; rotskloof; rotsspleet; scheur; sleuf; spleten
|
encoche
|
barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing
|
inkeping; inkerving; insnijding; jaap; keep; kerf; snede; snee; soort vink
|
espace
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
Space; heelal; ruimte; ruimtes; universum; wereldruimte
|
fente
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
gleuf; groef; groeve; insnijding; kepen; kier; kiertje; langwerpige uitholling; opening; sleuf; split; vore
|
fissure
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
barst; barsten; breuk; gleuf; krak; krakken; langwerpige uitholling; opening; scheur; sleuf
|
interligne
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
interim; interlinie; regelafstand; regelspatie; tussenpoos; tussentijd
|
intervalle
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
interim; interval; onderbreking; pauze; poosje; rustpauze; toonafstand; tussenpoos; tussentijd; verpozing
|
pause
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
afleiding; breuk; cesuur; etenstijd; fractuur; interim; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreken; onderbreking; pauze; pauzeren; rustpauze; schafttijd; schaftuur; speelkwartier; tussenpoos; tussentijd; verbreken; verpozing; verstrooiing; verzet; verzetje
|
ravin
|
kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing
|
afgrond; bergkloof; bergspleet; gleuf; grondeloze diepte; kier; kloof; opening; ravijn; rotskloof; sleuf
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
interligne
|
|
interlinie; regelafstand
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
blanc
|
|
blanco; blank; bleek; bleek van gelaatskleur; doodsbleek; grijs; grijsharig; kleurloos; lijkbleek; lijkwit; onbeschreven; ongekleurd; ongelakt; oningevuld; pips; sneeuwwit; spierwit; wit; wit van huidskleur
|