Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitsluiten (Nederlands) in het Frans
uitsluiten:
-
uitsluiten (buitensluiten)
exclure; repousser; excepter; chasser; éliminer; refuser la porte-
exclure werkwoord (exclus, exclut, excluons, excluez, excluent, excluais, excluait, excluions, excluiez, excluaient, exclûmes, exclûtes, exclurent, exclurai, excluras, exclura, exclurons, exclurez, excluront)
-
repousser werkwoord (repousse, repousses, repoussons, repoussez, repoussent, repoussais, repoussait, repoussions, repoussiez, repoussaient, repoussai, repoussas, repoussa, repoussâmes, repoussâtes, repoussèrent, repousserai, repousseras, repoussera, repousserons, repousserez, repousseront)
-
excepter werkwoord (excepte, exceptes, exceptons, exceptez, exceptent, exceptais, exceptait, exceptions, exceptiez, exceptaient, exceptai, exceptas, excepta, exceptâmes, exceptâtes, exceptèrent, excepterai, excepteras, exceptera, excepterons, excepterez, excepteront)
-
chasser werkwoord (chasse, chasses, chassons, chassez, chassent, chassais, chassait, chassions, chassiez, chassaient, chassai, chassas, chassa, chassâmes, chassâtes, chassèrent, chasserai, chasseras, chassera, chasserons, chasserez, chasseront)
-
éliminer werkwoord (élimine, élimines, éliminons, éliminez, éliminent, éliminais, éliminait, éliminions, éliminiez, éliminaient, éliminai, éliminas, élimina, éliminâmes, éliminâtes, éliminèrent, éliminerai, élimineras, éliminera, éliminerons, éliminerez, élimineront)
-
refuser la porte werkwoord
-
-
uitsluiten (diskwalificeren; royeren)
disqualifier; exclure; rayer; radier-
disqualifier werkwoord (disqualifie, disqualifies, disqualifions, disqualifiez, disqualifient, disqualifiais, disqualifiait, disqualifiions, disqualifiiez, disqualifiaient, disqualifiai, disqualifias, disqualifia, disqualifiâmes, disqualifiâtes, disqualifièrent, disqualifierai, disqualifieras, disqualifiera, disqualifierons, disqualifierez, disqualifieront)
-
exclure werkwoord (exclus, exclut, excluons, excluez, excluent, excluais, excluait, excluions, excluiez, excluaient, exclûmes, exclûtes, exclurent, exclurai, excluras, exclura, exclurons, exclurez, excluront)
-
rayer werkwoord (raye, rayes, rayons, rayez, rayent, rayais, rayait, rayions, rayiez, rayaient, rayai, rayas, raya, rayâmes, rayâtes, rayèrent, rayerai, rayeras, rayera, rayerons, rayerez, rayeront)
-
radier werkwoord (radie, radies, radions, radiez, radient, radiais, radiait, radiions, radiiez, radiaient, radiai, radias, radia, radiâmes, radiâtes, radièrent, radierai, radieras, radiera, radierons, radierez, radieront)
-
Conjugations for uitsluiten:
o.t.t.
- sluit uit
- sluit uit
- sluit uit
- sluiten uit
- sluiten uit
- sluiten uit
o.v.t.
- sloot uit
- sloot uit
- sloot uit
- sloten uit
- sloten uit
- sloten uit
v.t.t.
- heb uitgesloten
- hebt uitgesloten
- heeft uitgesloten
- hebben uitgesloten
- hebben uitgesloten
- hebben uitgesloten
v.v.t.
- had uitgesloten
- had uitgesloten
- had uitgesloten
- hadden uitgesloten
- hadden uitgesloten
- hadden uitgesloten
o.t.t.t.
- zal uitsluiten
- zult uitsluiten
- zal uitsluiten
- zullen uitsluiten
- zullen uitsluiten
- zullen uitsluiten
o.v.t.t.
- zou uitsluiten
- zou uitsluiten
- zou uitsluiten
- zouden uitsluiten
- zouden uitsluiten
- zouden uitsluiten
en verder
- ben uitgesloten
- bent uitgesloten
- is uitgesloten
- zijn uitgesloten
- zijn uitgesloten
- zijn uitgesloten
diversen
- sluit uit!
- sluit uit!
- uitgesloten
- uitsluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitsluiten:
Wiktionary: uitsluiten
uitsluiten
Cross Translation:
verb
-
niet langer tot de mogelijkheden rekenen
- uitsluiten → exclure
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitsluiten | → faire une exception; excepter | ↔ except — to exclude |
• uitsluiten | → exclure | ↔ preclude — rule out |
• uitsluiten | → bannir; exclure | ↔ proscribe — banish or exclude |
• uitsluiten | → exclure; interdire | ↔ rule out — to make something impossible |