Uitkijk in het Frans vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

uitkijk:
- veille; guetteur; nid de pie; garde; gardien; ronde; guet; observatoire; patrouille; garde de nuit; poste de garde; poste d'observation; poste de surveillance
uitkijken:
- attention
- prendre garde; faire attention; être attentif; attendre impatiemment
Wiktionary:
- uitkijk → observatoire
- uitkijken → chercher, faire gaffe, railler
- uitkijken → faire attention, prendre garde, faire gaffe

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitkijk (Nederlands) in het Frans

uitkijk:

uitkijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de uitkijk (kraaiennest)
la veille; le guetteur; le nid de pie; le garde; le gardien; la ronde; le guet; l'observatoire; la patrouille; la garde de nuit; le poste de garde; le poste d'observation; le poste de surveillance
- veille [la ~] zelfstandig naamwoord
- guetteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- nid de pie [le ~] zelfstandig naamwoord
- garde [le ~] zelfstandig naamwoord
- gardien [le ~] zelfstandig naamwoord
- ronde [la ~] zelfstandig naamwoord
- guet [le ~] zelfstandig naamwoord
- observatoire [le ~] zelfstandig naamwoord
- patrouille [la ~] zelfstandig naamwoord
- garde de nuit [la ~] zelfstandig naamwoord
- poste de garde [le ~] zelfstandig naamwoord
- poste d'observation [le ~] zelfstandig naamwoord
- poste de surveillance [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitkijk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
garde	kraaiennest; uitkijk	baker; beheer; bergen; berging; bescherming; bewaarplaats; bewaker; bewaking; bewaren; bewaring; cipier; controle; garde; gevangenbewaarder; hoede; in bewaring geven; persoon die op wacht staat; portier; suppoost; surveillance; toevertrouwen; toezicht; wacht; wachter; zeggenschap; zorg
garde de nuit	kraaiennest; uitkijk	waak; wake
gardien	kraaiennest; uitkijk	amanuensis; beschermer; bewaarder; bewaker; cipier; conciërge; conservator; die wakker is; dierverzorger; gevangenbewaarder; gevangenisbewaarder; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; mandekker; oppasser; poortwachter; portier; schildwacht; schoolbewaarder; suppoost; verdediger; verzorger; wacht; wachter; wakker; wie beschermt; zaalwachter
guet	kraaiennest; uitkijk	bespieding; bewaker; cipier; geloer; gevangenbewaarder; wacht
guetteur	kraaiennest; uitkijk	bespieder; schildwacht; wacht; wachter
nid de pie	kraaiennest; uitkijk
observatoire	kraaiennest; uitkijk	observatorium; sterrenwacht; uitkijkpost; waarnemingspost
patrouille	kraaiennest; uitkijk	afzoeken; bewaker; cipier; gevangenbewaarder; patrouille; patrouilleren; wacht; wachten
poste d'observation	kraaiennest; uitkijk	observatiepost; uitkijkpost; waarnemingspost
poste de garde	kraaiennest; uitkijk	wachtpost
poste de surveillance	kraaiennest; uitkijk
ronde	kraaiennest; uitkijk	afstand; baan; baanvak; cirkel; etappe; kring; omgang; pad; rei; reidans; ronde; rondedans; rondgang; rondje; route; toer; tournee; traject; weg; zijn ronde doen
veille	kraaiennest; uitkijk	waak; wake
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
garde		beveiliging
veille		slaapstand; stand-by

Wiktionary: uitkijk

uitkijk

noun

édifice construire de façon à pouvoir observer les astres et leurs mouvements.
- observatoire → kraaienest; uitkijk; uitkijkpost; waarnemingspost; observatorium; sterrenwacht

uitkijken:

uitkijken [het ~] zelfstandig naamwoord

het uitkijken (oppassen; attentie)
l'attention
- attention [la ~] zelfstandig naamwoord

uitkijken werkwoord (kijk uit, kijkt uit, keek uit, keken uit, uitgekeken)

uitkijken (voorzichtig zijn; oppassen)
prendre garde; faire attention; être attentif
- prendre garde werkwoord
- faire attention werkwoord
- être attentif werkwoord
uitkijken (uitzien naar; uitzien)
attendre impatiemment
- attendre impatiemment werkwoord
uitkijken (oppassen voor gevaar)
prendre garde; faire attention
- prendre garde werkwoord
- faire attention werkwoord

Conjugations for uitkijken:

o.t.t.

kijk uit
kijkt uit
kijkt uit
kijken uit
kijken uit
kijken uit

o.v.t.

keek uit
keek uit
keek uit
keken uit
keken uit
keken uit

v.t.t.

heb uitgekeken
hebt uitgekeken
heeft uitgekeken
hebben uitgekeken
hebben uitgekeken
hebben uitgekeken

v.v.t.

had uitgekeken
had uitgekeken
had uitgekeken
hadden uitgekeken
hadden uitgekeken
hadden uitgekeken

o.t.t.t.

zal uitkijken
zult uitkijken
zal uitkijken
zullen uitkijken
zullen uitkijken
zullen uitkijken

o.v.t.t.

zou uitkijken
zou uitkijken
zou uitkijken
zouden uitkijken
zouden uitkijken
zouden uitkijken

en verder

ben uitgekeken
bent uitgekeken
is uitgekeken
zijn uitgekeken
zijn uitgekeken
zijn uitgekeken

diversen

kijk uit!
kijkt uit!
uitgekeken
uitkijkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitkijken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
attention	attentie; oppassen; uitkijken	aandacht; aanschouwen; acht; animo; attentie; bekijks; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; juistheid; nauwlettendheid; observeren; oplettendheid; opmerkzaamheid; preciesheid; stiptheid; zien; zin
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
attendre impatiemment	uitkijken; uitzien; uitzien naar
faire attention	oppassen; oppassen voor gevaar; uitkijken; voorzichtig zijn	aandacht erbij houden; aandachtig luisteren; bij de les blijven; opletten; oppassen; toeluisteren; uitkijken voor
prendre garde	oppassen; oppassen voor gevaar; uitkijken; voorzichtig zijn
être attentif	oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn	aandacht erbij houden; opletten
-	opletten; oppassen; uitzien

Synoniemen voor "uitkijken":

Verwante definities voor "uitkijken":

ernaar op zoek gaan¹
- we kijken uit naar een andere auto¹
je aandacht erbij houden¹
- je moet uitkijken waar je loopt¹
het zien als je naar buiten kijkt¹
- onze kamer keek uit op zee¹
je erop verheugen¹
- ik kijk uit naar de dag dat ik geslaagd ben¹

Wiktionary: uitkijken

uitkijken

verb

Se donner du mouvement, du soin, de la peine pour découvrir quelqu’un ou quelque chose (Sens général)
- chercher → zoeken; opzoeken; uitkijken; uitzien
très familier|fr faire attention
- faire gaffe → uitkijken
plaisanter quelqu’un ou quelque chose, lui parler ou en parler avec moquerie.
- railler → snorren; zoeken; opzoeken; uitkijken; uitzien

Cross Translation:

From	To	Via
• uitkijken	→ faire attention; prendre garde; faire gaffe	↔ watch — to be wary

Computer vertaling door derden:

¹Muiswerk Woordenboek