Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- uitkafferen:
-
Wiktionary:
- uitkafferen → gronder, sermonner
- uitkafferen → engueuler, réprimander
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitkafferen (Nederlands) in het Frans
uitkafferen:
-
uitkafferen (uitfoeteren; uitschelden; uitvloeken)
engueuler; sonner les cloches à; enguirlander; incendier-
engueuler werkwoord (engueule, engueules, engueulons, engueulez, engueulent, engueulais, engueulait, engueulions, engueuliez, engueulaient, engueulai, engueulas, engueula, engueulâmes, engueulâtes, engueulèrent, engueulerai, engueuleras, engueulera, engueulerons, engueulerez, engueuleront)
-
sonner les cloches à werkwoord
-
enguirlander werkwoord (enguirlande, enguirlandes, enguirlandons, enguirlandez, enguirlandent, enguirlandais, enguirlandait, enguirlandions, enguirlandiez, enguirlandaient, enguirlandai, enguirlandas, enguirlanda, enguirlandâmes, enguirlandâtes, enguirlandèrent, enguirlanderai, enguirlanderas, enguirlandera, enguirlanderons, enguirlanderez, enguirlanderont)
-
incendier werkwoord (incendie, incendies, incendions, incendiez, incendient, incendiais, incendiait, incendiions, incendiiez, incendiaient, incendiai, incendias, incendia, incendiâmes, incendiâtes, incendièrent, incendierai, incendieras, incendiera, incendierons, incendierez, incendieront)
-
Conjugations for uitkafferen:
o.t.t.
- kaffer uit
- kaffert uit
- kaffert uit
- kafferen uit
- kafferen uit
- kafferen uit
o.v.t.
- kafferde uit
- kafferde uit
- kafferde uit
- kafferden uit
- kafferden uit
- kafferden uit
v.t.t.
- heb uitgekafferd
- hebt uitgekafferd
- heeft uitgekafferd
- hebben uitgekafferd
- hebben uitgekafferd
- hebben uitgekafferd
v.v.t.
- had uitgekafferd
- had uitgekafferd
- had uitgekafferd
- hadden uitgekafferd
- hadden uitgekafferd
- hadden uitgekafferd
o.t.t.t.
- zal uitkafferen
- zult uitkafferen
- zal uitkafferen
- zullen uitkafferen
- zullen uitkafferen
- zullen uitkafferen
o.v.t.t.
- zou uitkafferen
- zou uitkafferen
- zou uitkafferen
- zouden uitkafferen
- zouden uitkafferen
- zouden uitkafferen
en verder
- ben uitgekafferd
- bent uitgekafferd
- is uitgekafferd
- zijn uitgekafferd
- zijn uitgekafferd
- zijn uitgekafferd
diversen
- kaffer uit!
- kaffert uit!
- uitgekafferd
- uitkafferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitkafferen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
engueuler | uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken | afbekken; afblaffen; afsnauwen; snauwen; toebijten; toesnauwen; uitvallen tegen |
enguirlander | uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken | |
incendier | uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken | afbranden; branden; brandmerken; cremeren; inbranden; leegbranden; markeren; platbranden; uitbranden; van stigma's voorzien; verassen; verbranden |
sonner les cloches à | uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken |
Wiktionary: uitkafferen
uitkafferen
Cross Translation:
verb
-
Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent.
-
(familier, fr) Faire des remontrances ennuyeux et hors de propos.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitkafferen | → engueuler | ↔ bollock — (vulgar, slang) to reprimand grossly |
• uitkafferen | → réprimander; engueuler | ↔ lay into — To berate; to scold. |