Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accordement
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
|
annonce
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aangifte; aankondigen; aankondiging; aanzeggen; advertentie; adverteren; afkondiging; annonce; annonceren; annoncering; bekendmaken; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; commercial; declaratie; gewag; informeren; journaal; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melden; melding; nieuws; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; opheldering; proclamatie; publicatie; reclame; reclameadvertentie; relaas; statement; tijding; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verkondiging; vermelding; verwittiging
|
communication
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aangifte; aankondigen; aankondiging; aansluiting; aanzeggen; bekendmaking; bericht; bevestiging; bewering; boodschap; communicatie; connectie; contact; convocatie; declaratie; gewag; informatie; informeren; inzage; kennisgeven; kennisgeving; kennisneming; konde doen; mededeling; melding; opgave; opheldering; oproeping; relaas; statement; tijding; toelichting; uitlegging; uitspraak; verbinding; verklaring; vermelding; verwittiging
|
dispersion
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
spreiding; uitstrooiing; verbrokkeling; vergruizing; versnippering; verspreiding
|
distribution
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
afgifte; aflevering; afstaan; bestelling; bezorging; distributie; distributiekantoor; geleverde; leverantie; levering; overdracht; overhandiging; uitlegging; uitlevering; uitspreiding; uitstrooiing; verbreiding; verdeling; verspreiding
|
décret
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aankondiging; afkondiging; bekendmaking; beslissing; besluit; besluiten; decreet; kennisgeving; maatregel; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; raadsbesluit; regeringsbesluit; schikking; uitvaardiging; verkondiging; voorziening
|
délivrance
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
afgeven; afleveren; aflevering; bevalling; bevrijding; geboorte; ontzetting; redding; verlossing; vrijmaking; zaligheid
|
livraison
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
aanvoer; afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; afstaan; bestelling; bezorging; geleverde; leverantie; leveren; levering; overdracht; overhandiging; toevoer; uitlevering; zending
|
octroi
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
|
parution
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
verschijning; verschijningsvorm
|
parution publique
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; verkondiging
|
proclamation
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bepalen; beschikken; decreet; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; uitvaardiging; verkondiging; verordenen; voorschrijven
|
promulgation
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; verkondiging
|
publication
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
aankondiging; afkondiging; artikel; bekendmaking; bericht; boodschap; brokje; eindje; fragmentje; gewag; kennisgeving; klein stukje; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opgave; partje; proclamatie; publicatie; publiceren; relaas; snippertje; stuk; stukje; tijding; uitgeven; uitlegging; uitspraak; uitspreiding; verbreiding; verkondiging; vermelding; verwittiging
|
remise
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
aanbieding; afgifte; aflevering; afstaan; aftrek; aftrekking; barak; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bezorging; bouwkeet; deductie; depot; geleverde; hangaar; hok; hokje; hut; hutje; indiening; inlevering; keet; koetshuis; korting; leverantie; levering; loods; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; overlegging; pakhuis; presentatie; prijsverlaging; provisiekast; reductie; schuur; uitlevering; vermindering; voorraadschuur; warenhuis; zending
|
sortie
|
uitgifte
|
afrit; dagje uit; een uitval doen; tochtje; toertje; trip; uitgang; uitje; uitloop; uitrit; uitstapje; uitweg
|
tirage
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
afdruk; druk; geluidsniveau; lijmtang; oplage; print; trekking; uitdraai; uitgave; volume
|
édition
|
openbare publicatie; publicatie; publikatie; uitgave; uitgifte
|
afdruk; aflevering; band; boekdeel; deel; editie; geluidsniveau; print; uitdraai; uitgave; volume
|
émission
|
afgifte; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitreiking; verstrekking
|
emissie; programma; radio; radio-uitzending; radioprogramma; uitstoot; uitzending
|
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
annonce
|
|
aankondiging; advertentie
|
remise
|
|
korting
|